Rein Leven-Beweging

Gegevens

De R.L.B. stelt als Beginsel het streven naar sexueele reinheid. Zij aanvaardt als ideaal een persoonlijk en maatschappelijk leven volgens dezer norm:
a. De geest voere heerschappij, naar Rede en Geweten, over zinnen- en zieleleven, zonder de normale lichaams- en zielsbehoeften te miskennen.
b. Voortplanting, niet zingenot, is het oorspronkelijke en wezenlijke doel van geslachtsgemeenschap.
c. De mensch is tot geslachtsgemeenschap alleen dan gerechtigd wanneer deze plaats vindt in liefde, in huwelijk, naar wederzijdsch verlangen, rekening houdend met mogelijk schadelijke gevolgen voor geestelijk en lichamelijk welzijn der betrokkenen personen zelven en hun nakomelingschap.

kunnen we in ieder geval vaststellen dat het eerste nummer van het maandblad Rein Leven op 20 juli 1901 van de persen van de uitgeveersvereniging 'Vrede', toen te Blaricum. In het eerste nummer zeiden de initiatief nemers; Lod. van Mierop, Louis Baehler en zeven anderen een te zijn 'in streven naar volkomen reinheid van lichaam en ziel'. In praktijk waren zij tegen onanie, prostitutie, voorbehoedsmiddelen. En in breder zin, tegen alcohol, tabak en vlees. De godsdienstige en politieke achtergrond was niet van belang, de RLB diende ter persoonlijke verheffing van de mens. Hoewel de sociale oorzaken van de problemen, bv. van prostitutie en buitenechtelijke kinderen, waren daar andere clubs voor.
Gedurende de 19C zijn er vele verenigingen tegen de ontucht actief geweest, zowel binnen Nederland als erbuiten. De Victoriaanse moraal wordt tenslotte nu gezien als anti-sexueel en hypocriet, en de RLB kan zowel gezien worden als een voorzetting dezes als wel onderdeel van de sexuele hervormers; maar dit hebben we gezien komen we bij meer onderdelen van de christen-anarchisten voor, een ouderwetse en een modernistische element.
Tolstoy: vrouwenemancipatie niet via cursussen of wetgeving, maar begint in de slaapkamer

Baehler doet in 1892 in studententijdschrift 'Minerva' oproep tot oprichting van een
'Theologen-Vereeniging ter bestrijding van onzedelijkheid' die hij later noemt een voorloper van de
RLB. Er werd geen gehoor gegeven aan dit oproep
Dit kon niet teruggevonden worden door ------. Het is echter 20 april '93, p.149; zie ook 16 en 27 april.
sexuele drang van de man bij Vicorianen dient niet beheerst te worden, slecht voor gezondheid, bij RLB wel want zelfbeheersing leidt tot beschaving, eind RLB is ook begin van Reich wat aan sexualiteit voorrang geeft, zo ook in de jeugdbeweging. Zie bv. Han Kuijsten en andere in bv. 'Bevrijding'. zie ook hierover Bulhof: Freud in Nederland.

gesch. Witte Kruis e.a. org's in Eng. in Banks: Faces of Fem.
bladen van RLB: Witte Vaan, Heb zself broch 'Ridders Witte Kruis' ??
Ook Perdeck zegt dat RLB uit Engeland afkomstig is.

Alg. Rijksarchief Den Haag
Ministerie van Justitie
Verenigingen Dossier nr. 13792
art. 2 (niet in druk) 18 aug 1908, 1912
De R.L.B. stelt als Beginsel het streven naar sexueele reinheid. Zij aanvaardt als ideaal een persoonlijk en maatschappelijk leven volgens dezer norm:
a. De geest voere heerschappij, naar Rede en Geweten, over zinnen- en zieleleven, zonder de normale lichaams- en zielsbehoeften te miskennen.
b. Voortplanting, niet zingenot, is het oorspronkelijke en wezenlijke doel van geslachtsgemeenschap.
c. De mensch is tot geslachtsgemeenschap alleen dan gerechtigd wanneer deze plaats vindt in liefde, in huwelijk, naar wederzijdsch verlangen, rekening houdend met mogelijk schadelijke gevolgen voor geestelijk en lichamelijk welzijn der betrokkenen personen zelven en hun nakomelingschap.

Later worden de vrij socialisten Sexpollers, waaronder Han Kuijsten, man van Liesbeth van Mierop
(dochter van Lod.)
(Zie oa. Ilse Bulhof)

 

Voorzitter: Edo Fimmen (1903-1906); ds. A. Klaver (1909-1916); D. Roskes (1916-1924); Lod. van Mierop (1909-1928??);
2e Voorzitter: C. Jacobs (1921-1930);
Secretaris: J.J. Hoogewerff (1902-1903); A. Kropveld (1903-1904); Herbert Plokker
(1904-1906); D.H. Lissauer (1906-1908); P. Glas (1908-1909); mevr. Van den Steen van Ommeren-Hallo (1909-1912); F.J.S. Maas (1911-1913); D. Roskes (1912-1916); Tine Houtman-van Leeuwen (1914-1917); G. Roosink (1917-1918); mevr. A. Arriens (1918- );
2e secretaris: J.W.C. Ort (1905); mevr. G. Wansink-Groothoff (1924-1926);
Penningmeester: J. Zwart (1921-1930);
Administratie: A.W.F. Bakker (1903-1904); F.J.S. Maas (1904-1906); P. Schootman
(1905-1906); A. de Bouter (1912-1916); mevr. E. Andriessen-van Borrendam (1916-1917);
mevr. C. Gerhardt-Nouwen (1917-1918); C.J. van Beemen (1919-1921); P. van de Bijl (1929-1930);
2e adm.: Emil Uyldert (1905-1906);
Redactie: Edo Fimmen (1901); Menno Huizinga (1901-1902); Lod. van Mierop (1902-1905);
Menno Huizinga (1905-1906); D.H. Lissauer (1906-1907); Lod. van Mierop (1908-1926); Truus Mulder (1917-1919); J. Assink (1929-1930);