Jacobus Craandijk

Geslacht: Man
Vader: Pieter Craandijk
Moeder: Maria van Coppenaal
Geboren: 7 Sept 1834 Amsterdam
Overleden: 3 Juni 1912 Haarlem
Religie: Doopsgezind
Beroep: predikant
Aantekeningen: CRAANDIJK, JACOBUS, * Amsterdam 7 sept. 1834, t Haarlem 3 juni 1912. Zn. van Pieter Craandijk, houtkoper en eigenaar van schepen, en Maria van Coppenaal. Stud. theol. Athenaeum en Doopsgez. Seminarium Amsterdam 1852. Doopsgez. pred. Borne 1859, Rotterdam 1862, Haarlem 1884-1900 (emer.). Hij huwde te Borne op 1 aug. 1861 met Anna Geertruida Ballot (1838-1914).
C. was een van de weinige studenten van het doopsgez. seminarium die zich niet voelden aangetrokken tot de moderne theologie; overigens had hij weinig belangstelling voor dogmatische vraagstukken. Belangstelling had hij wel sedert zijn kinderjaren voor de geschiedenis; in studentenalmanakken verschenen van zijn hand verscheidene historische novellen. Voorts maakte hij zich verdienstelijk door de oprichting van het studentenwandelgezelschap „Ahasverus".
C. had zulk een goede naam dat hij na drie jaren in een plattelandsgemeente werd beroepen te Rotterdam. Grote activiteit spreidde hij ten toon als lid van het hoofdbestuur van het Ned. Zendelinggenootschap (1864-1911; 1899-1902 als voorzitter). In 1869 publiceerde hij Het Nederlandsche Zendelinggenootschap in zijn willen en werken geschetst, in 1897 droeg hij bij tot het Gedenkboek t.g.v. het eeuwfeest van het N.Z.G. De Doopsgez. Broederschap diende hij als bestuurder van de A.D.S. in de jaren 1875 tot 1912. In 1879 was C. voorzitter van een vergadering van vooraanstaande doopsgezinden, waarin de kwestie aan de orde kwam of degenen die toetraden tot de Doopsgez. Broederschap moesten worden gedoopt, c.q. herdoopt. C. was een overtuigd voorstander van de doop bij toetreding, doch hij achtte zich niet gerechtigd iemand die bezwaren had af te wijzen.
Grote faam, ook buiten de kerkelijke kring, verwierf C. door zijn vele zwerftochten te voet door Nederland te zamen met zijn vriend, de Rotterdamse schilder P. A. Schipperus. Hij maakte uitvoerige studie van de steden en dorpen die hij bezocht, weer met. bijzondere belangstelling voor de historie. Van zijn zwerftochten bracht hij op boeiende wijze verslag uit in zijn Wandelingen door Nederland met pen en potlood, 8 dln. (Haarlem 1875-1884; diverse herdrukken) en Nieuwe Wandelingen door Nederland met pen en potlood (Haarlem 1888), waarvoor Schipperus de illustratie verzorgde.
C. beschouwde het beroep naar Haarlem als een bekroning van zijn carrière. Veel aandacht schonk hij aan de geschiedenis van zijn woonstreek, waarover hij o.m. publiceerde in BVGO. Van zijn liefde voor de doopsgez. historie gaf hij blijk in de brochure met de wat te bescheiden titel Iets uit de geschiedenis der Nederlandsche doopsgezinden (Arnhem 1889).
C, met hart en ziel pastor en buitengewoon geliefd bij zijn gemeenteleden, stond sceptisch tegenover vernieuwingen in het kerkelijke en maatschappelijke leven, al was hij zeker geen doctrinair conservatief. Hij was een onvermoeibare werker, doch alle eerzucht was hem
vreemd. Hij had een gelukkig gezinsleven dat zich kenmerkte door grote eenvoud.
G e s c h r.: Zie Lijst van geschriften, bijdragen enz. van J. C. In: Hand. M.N.L., 1913, II, 61-66.
Lit.: Jer. de Vries, Levensbericht van J. C. In: Hand. M.N.L., 1913, II, 37-60. - A. B[innerts Szn.], Bij het portret [van J. C.j. In: Doopsgez. Jaarboekje, XIV (1915), 19-29. - H. W. Meihuizen, De beoefening van de doperse geschiedenis in Nederland. In: DB, n.s., I (1975), 22.-NedP, XXXVI (1950), 101. - ME.
S. B. J. ZILVERBERG
Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme, deel 2

Gezin 1

Huwelijkspartner: Anna Geertruide Ballot geb. 13 Aug 1838 overl. 28 OKT 1914
Huwelijk: 1 Aug 1861 Zwolle
Kinderen:
  Pieter Herman Craandijk Male geb. 15 Juli 1868 overl. 28 Aug 1961