Coenraad van Beuningen

Geslacht: Man
Vader: Dirk van Beuningen
Moeder: Catharina Burgh
Geboren: 1622 Amsterdam
Overleden: 26 OKT 1693 Amsterdam
Beroep: diplomaat, burgemeester van Amsterdam
Religie: Remonstrants
Aantekeningen: Dat de lijnen tussen patriciërs en prinsgezinden niet altijd even scherp te trekken waren, valt te illustreren aan het leven van Coenraad van Beuningen. Hij was een medestander van Johan de Witt, maar diende na het 'Rampjaar 1672' even zo goed stadhouder Willem III.
Coenraad van Beuningen kwam uit een Amsterdamse regentenfamilie. Hij studeerde rechten in Leiden. In 1651 werd hij pensionaris van Amsterdam. In 1652 leidde hij namens de Staten van Holland een diplomatieke missie naar Zweden en Denemarken om te voorkomen dat de Sont zou worden afgesloten voor Nederlandse schepen. De vaart op het Oostzeegebied, de 'moeder-negotie, was van wezenlijk belang voor de Republiek in de Gouden Eeuw. Later zou Van Beuningen ook diverse diplomatieke reizen maken naar Frankrijk en Engeland.
In 1660 legde Van Beuningen het pensionarisambt neer. Wel bleef hij lid van de vroedschap (het stadsbestuur). In de periode tot 1685 was hij zesmaal een jaar burgemeester van Amsterdam. Dat hij niet van enige ijdelheid gespeend was, blijkt uit de speciale penning die hij van zichzelf had laten slaan met zijn borstbeeld en het opschrift 'Koenradius Beuningius, sextum consul'.
Na de moord op de gebroeders De Witt benoemde stadhouder Willem III vele medestanders in de gewestelijke Staten en de vroedschappen van de steden. Onder hen was Coenraad van Beuningen die het burgemeestersambt van Amsterdam (opnieuw) kreeg toegewezen. Zijn persoonlijke vriendschap met Johan de Witt was hiervoor kennelijk geen belemmering.
Van Beuningen diende Willem III jarenlang met diplomatieke adviezen. Het is aan zijn bemiddeling te danken geweest dat de Fransen in 1672 niet de hele Republiek onder de voet hebben gelopen en dat zij al in 1673 bereid waren een vredesverdrag te sluiten. In de jaren 1683/1684 ontstond er een breuk tussen de prins en de Amsterdamse regent. De prins vroeg grote sommen extra geld voor legerversterking, maar de stad Amsterdam onder leiding van Van Beuningen verzette zich hiertegen. In 1688 trok Van Beuningen zich terug uit het politieke leven.
In Coenraad van Beuningen hebben altijd twee zielen gehuist. Enerzijds was hij een echte regent, erudiet, kunstzinnig, die zich met het grootste gemak bewoog in de 'hoogste kringen' in binnen- en buitenland. Aan de andere kant leidde hij liever een sober en teruggetrokken leven. Als student in Leiden raakte hij in de ban van een geloofsgemeenschap in Rijnsburg, de Collegianten, die meende dat predikanten overbodig waren: iedere gelovige moest zelf in staat zijn te preken en geestelijke bijstand te verlenen. In deze kringen in Rijnsburg verkeerde ook de grote filosoof Baruch de Spinoza die pantheïstische ideeën verspreidde.
Van Beuningen sleet de laatste jaren van zijn leven in kommervolle omstandigheden. Hij leed aan verstandsverbijstering. Hij toonde een fanatieke drang tot bekeren, waarbij hij velen hinderlijk achtervolgde van wie hij de ziel meende te moeten redden. Zijn echtgenote verliet hem nadat haar was gebleken dat hij zijn vermogen had verdobbeld. Van Beuningen werd onder curatele gesteld en eindigde zijn leven als een gevangene van zijn eigen huis.

Gezin 1

Huwelijkspartner: Jacoba Bartolotti van den Heuvel overl. 22 OKT 1718
Huwelijk: 12 Juni 1686 Sloterdijk