Rindert van Zinderen Bakker

Geslacht: Man
Vader: Klaas Tjeerds Bakker
Moeder: Fokjen Rinderts van Zinderen
Geboren: 8 MEI 1845 Kortezwaag
Overleden: 20 Jan 1927 Heerenveen
Beroep: timmerman, opzichter
Aantekeningen: De vader van Van Zinderen Bakker kwam uit een welgestelde familie maar moest een medische studie om financiële redenen afbreken. De vader was vrijdenker, de moeder religieus. Op zijn twaalfde moest hij aan de slag: eerst als beurtschippersknecht, daarna bij een grutter, in de leer bij een stoelenmaker en vervolgens bij een timmerman. Dat laatste werd zijn vak. Bij zijn huwelijk begon hij met steun van zijn oude baas voor zichzelf. Toen in 1871 in Gorredijk-Kortezwaag een afdeling werd opgericht van de Provinciale Friesche Werklieden-Vereeniging (PFWV), werd Van Zinderen Bakker voorzitter. Sindsdien trad hij geregeld als spreker op. Die activiteit en zijn afscheid van de kerk leidden er eind jaren zeventig toe dat de timmerzaak verliep. Een moeilijke tijd volgde. Zijn vrouw werd - tijdelijk - blind en hij zelf kreeg problemen met de drank.
In 1880 moest hij in Amsterdam als timmermansknecht werk zoeken. Na vier weken had hij f96,- overgespaard. Zijn oude baas in Gorredijk bood hem toen weer steun aan. Van Zinderen Bakker zou optreden als uitvoerder van werk en hij zou geldschieter zijn. Daarmee werd de basis gelegd voor een aannemersbedrijfje. In deze jaren kwam Van Zinderen Bakker in aanraking met het socialisme. In 1882 haalde hij Domela Nieuwenhuis naar Gorredijk. Eind 1883 scheidde de Gorredijkse afdeling zich van de PFWV en het Algemeen Nederlandsch Werklieden-Verbond, (ANWV) af en ging over naar de Sociaal-Democratische Bond (SDB). Sindsdien vervulde Van Zinderen Bakker verschillende bestuursfuncties in de SDB, de Bond voor Algemeen Kies- en Stemrecht en de provinciale overkoepeling, de Friesche Volkspartij. Hij werkte mee aan socialistische en radicale bladen en was een geliefd spreker. Een huzarenstukje dat hij samen met een van zijn knechts uitvoerde, was het bevestigen van een rode vlag op de Gorredijkster kerktoren op de verjaardag van Willem III in 1887. Omdat het stormde, durfde niemand de vlag naar beneden te halen.
Van Zinderen Bakker nam als lid van de Centrale Commissie voor de Statistiek het initiatief om te komen tot de Statistiek der Arbeidersverenigingen, waarvan het eerste deel in 1894 verscheen. In 1891 deed hij zijn intrede in de gemeenteraad van Opsterland. Toen de Volkspartij in 1893 de meerderheid kreeg, werd hij de tweede socialistische wethouder van deze gemeente. In 1894 trad hij naar voren in het conflict van de gemeente met de regering over de armenzorg en de werkverschaffing. De raad trad collectief af en via een noodwetje was het hoger gezag gedwongen Opsterland onder curatele te stellen. Bij de scheuring in 1894 bedankte hij voor de SDB, maar sloot zich niet aan bij de SDAP. Behalve in het plaatselijk leven speelde Van Zinderen Bakker een belangrijke rol bij tal van initiatieven op het terrein van de werkverschaffing en werkvoorziening in Opsterland en daarbuiten. Hij was de grote man in de P.W. Janssens Friesche Stichting en in 1896 werd hij hoofdopzichter van de ontginningswerken in Friesland. Pogingen van politieke tegenstanders hem te wippen als wethouder en raadslid wegens het als aannemer optreden voor werken waarbij de gemeente betrokken zou zijn, mislukten. Daarentegen werden degenen die daar het meest actief in waren, enkele jaren later door Van Zinderen Bakker aangepakt wegens frauderen met overheidsgeld. De gemeentesecretaris van Opsterland werd daarop ontslagen. In 1895 werd hij gekozen tot lid van de Provinciale Staten, maar bedankte na twee jaar omdat het werk hem niet beviel. In datzelfde jaar bedankte hij als bestuurslid van de Friesche Volkspartij en ging over naar de SDAP. Na felle kritiek op zijn inspanningen voor (burgerlijke) ontginnings- en werkvoorzieningsprojecten bedankte hij kort daarna echter. In 1904 werd hij directeur van de Maatschappij Landontginning in Den Haag. Hij bedankte in 1905 als wethouder en ging in 1906 in Bussum wonen, later in Naarden. In die tijd vervulde hij tal van functies in het maatschappelijk leven. In 1913 sloot hij zich opnieuw aan bij de SDAP en werd lid van het federatiebestuur Het Gooi. In 1925 keerde hij terug naar zijn geboorteplaats Kortezwaag, waar hij tot zijn dood bleef wonen.
Van Zinderen Bakker was een bevlogen socialist, die zijn verdiensten had in het totstandbrengen van talrijke concrete verbeteringen. Dat leverde hem soms felle kritiek op van meer radicale partijgenoten, die insinueerden dat hij er zelf ook niet slechter van werd. Daarnaast heeft hij de socialistische beweging vele gedichten en liederen geschonken, waarvan 'De wapens neêr' tot op de dag van vandaag wordt gezongen.
ARCHIEF: Collectie R. van Zinderen Bakker in IISG (Amsterdam; vgl. Campfens, 238), waarin zich ook een autobiografie bevindt.
PUBLIKATIES: Wenken en wenschen ter bevordering der propaganda voor de arbeidersbeweging (Wolvega 1893); Liederen voor het volk (Den Haag 1886); Socialistische liederen en gedichten (Lemmer 1893); Een soldaat in huis. Toneelstuk in drie bedrijven (Amsterdam 1893); Een tuiltje verzen (Naarden 1914); Koarn en Tsjef. Fersen (Leeuwarden 1923); zie ook: J.J. Kalma, Bibliografie van en over R. van Zinderen Bakker, aanwezig in Provinciale Bibliotheek van Friesland (Leeuwarden), A 4307.
LITERATUUR: J.J. Kalma, 'Bakker (Rindert van Zinderen)' in: Mededelingenblad, april 1960, 3-4; J.J. Kalma, 'Rindert van Zinderen Bakker' in: J.J. Kalma, Dit wienen ek Friezen IV (Leeuwarden 1971) 97-103; J. Frieswijk, 'De gorredijkse socialisten en de arbeidersbeweging in de friese Zuidoosthoek in de negentiende eeuw' in: Jaarboek arbeidersbeweging, 1976, 92-139; J.J. Kalma in: BWN I, 23-24; G. Komrij, 'Dichter-arbeiders' in: Papieren tijgers (Amsterdam 1978) 210-225; H. de Jong, 'Rindert van Zinderen Bakker', 7 artikelen in: De Woudklank, 13.3.-7.5.1986; R. Efdée, De P.W. Janssen's Friesche Stichting (Oranjewoud 1988); J. Frieswijk, J.J. Kalma, Y. Kuiper (red.), Ferdinand Domela Nieuwenhuis. De apostel van de Friese arbeiders (Drachten/Leeuwarden 1988).
PORTRET: R. van Zinderen Bakker, IISG
Auteur: Johan Frieswijk
Oorspronkelijk gepubliceerd in: BWSA 1 (1986), p. 161-163
Laatst gewijzigd: 23-05-2002

Gezin 1

Huwelijkspartner: Ibeltje Meines Meinsma geb. 1 Apr 1845 overl. 28 OKT 1922
Huwelijk: 21 MEI 1869 Opsterland
Kinderen:
  Meine Bakker Male geb. 24 MRT 1881 overl. 12 MRT 1968
  Fokje Rinderts van Bakker Male geb. 11 MRT 1871 overl. 24 Apr 1939
  Klaas Tjeerd Bakker Male geb. 15 MEI 1879
  Grietje Bakker Male geb. 28 Feb 1873
  Eelkjen Bakker Male geb. 27 Sept 1875 overl. 26 Dec 1954
  Popkje Bakker Male geb. 23 Juli 1877 overl. 17 MRT 1958
  Folkert Bakker Male geb. 19 Jan 1884
  Jacob Bakker Male geb. 16 Apr 1886 overl. 25 Juni 1973
  Attje Bakker Male geb. 17 Jan 1890