Lambertus Helbrig Mansholt

Geslacht: Man
Vader: Derk Roelfs Mansholt
Moeder: Aaltje Willems Dijkhuis
Geboren: 28 Apr 1875 Meeden
Overleden: 21 Jan 1945 Heemstede
Aantekeningen: De ouders van Lambertus verhuisden in 1882 van Meeden naar de nog jonge Westpolder (gemeente Ulrum), waar ze de boerderij Torum betrokken. De zoon bezocht na de lagere school de afdeling A van de landbouwschool te Wageningen. Daarna was hij op Torum werkzaam, sinds 1906 als zelfstandig huurder na het vertrek van zijn ouders naar Groningen. Tijdens de verkiezingscampagne van 1905 zocht Lambertus toenadering tot de SDAP en leerde hij zijn toekomstige echtgenote kennen. Als 'de voornaamste landbouwspecialiteit van de partij' nam hij in de SDAP een belangrijke plaats in.
In 1913 werd Mansholt tot lid van de Provinciale Staten van Groningen gekozen en drie jaar later viel de keuze op hem als eerste socialistisch gedeputeerde in de provincie. Deze functie zou hij tot 1939 blijven bekleden. Behalve op dit bestuurlijke vlak, waar vooral zaken van waterstaat tot zijn ressort behoorden, speelde hij ook in het interne partijleven een rol. Zo sprak hij op het buitengewoon congres van SDAP en NVV te Rotterdam op 16 en 17 november 1918 het misnoegen van het gewest Groningen over Troelstra's optreden uit. Als lid van de Socialisatie-commissie van de Partij schreef Mansholt het hoofdstuk over de landbouw in haar rapport van 1920. Zelf zou hij aldra de daarin gesignaleerde moeilijkheden aan den lijve ondervinden, die boerenzoons in deze tijd konden ervaren bij het overnemen van het bedrijf van de vader. Torum werd bij opbod verkocht, omdat hij het risico niet wilde aanvaarden vanwege de hoge lasten. Hij verhuisde in 1922 van de Westpolder naar Glimmen (gemeente Haren), waar hij het fraaie huis Ter Aa liet bouwen. In 1926 werd hij benoemd tot lid van de staatscommissie ter bestudering van de uitgifte der Zuiderzeegronden. Op zijn voorstel werd in de Wieringermeer een proef genomen met de zogenaamde Mansholtkavel van 60 hectare grootte. Als gedeputeerde bracht hij in 1927 een bezoek aan Sleeswijk-Holstein, waar hij van een nieuwe methode van landaanwinning kennis nam, die vervolgens aan de Groninger waddenkust zou worden toegepast. Ook werd hij in 1932 lid van de Zuiderzeeraad en in 1937 lid van de raad van het openbaar lichaam de Wieringermeer. Met de voorbereidingen van het Plan van de Arbeid had hij voor het agrarisch gedeelte ook bemoeienis. Op het eind van zijn loopbaan trad hij als waarnemend commissaris der koningin op. In 1940 verliet hij de provincie om zich te Heemstede te vestigen, waar hij de oorlogsjaren doorbracht.
Hoewel Mansholt een aantal openbare functies heeft bekleed, met name in het gewest Groningen, trad hij door een zekere aangeboren schuchterheid als woordvoerder in het openbaar weinig op de voorgrond. Hij voerde zijn strijd grotendeels met de pen, als schrijver van artikelen en opsteller van rapporten. Het verschijnsel van een socialistische grote boer, die zijn arbeiders menselijk behandelde, was uniek in zijn tijd. In de SDAP toonde hij zich voorstander van een op reƫle hervormingen gerichte koers, wars van verbaal radicalisme.
PUBLIKATIES: Behalve de genoemde: 'Grond aan landarbeiders' in: De Nieuwe Tijd, 1910, 274 e.v.; De afsluiting der Zuiderzee. Een ernstig gevaar voor Friesland en Groningen (Groningen 1916).
LITERATUUR: Vliegen, Kracht II, 495-496; A.F. Mellink, 'L.H. Mansholt' in: Freonen om ds. J.J. Kalma hinne (Leeuwarden 1982) 213-226; A. Mellink, 'Bertus Mansholt (1875-1945) en Wabien Andreae (1874-1966)' in: P. Hoekman, J. Houkes, O. Knottnerus (red.), Een Eeuw Socialisme en Arbeidersbeweging in Groningen 1885-1985 (Groningen 1986).
PORTRET: L.H. Mansholt, uit: Vliegen, Kracht II, 493
Auteur: Albert F. Mellink
Oorspronkelijk gepubliceerd in: BWSA 1 (1986), p. 77-79
Laatst gewijzigd: 23-05-2002

Gezin 1

Huwelijkspartner: Wabina Andreae geb. 11 Sept 1874 overl. 25 Aug 1966
Huwelijk: 10 MEI 1906 Zuidhorn
Kinderen:
  Sicco Leendert Mansholt Male geb. 13 Sept 1908 overl. 29 Juni 1995