Pieter Philippus Jansen

Geslacht: Man
Vader: Hendrik Jansen
Moeder: Johanna Hendrika Bothof
Geboren: 11 Aug 1902 Dordrecht
Overleden: 5 Juli 1982 Naarden
Beroep: civiel ingenieur, hoogleraar TH Delft
Aantekeningen: Ir. P.Ph. Jansen was vanaf 1944 nauw betrokken bij de veranderingen in het Deltagebied als hoofd van de Dienst Droogmaking Walcheren en later van de Deltadienst. Als waterstaatkundig ingenieur en hoogleraar had hij grote invloed op het verloop van de eerste periode van de Deltawerken.
Pieter Philippus Jansen werd op 11 augustus 1902 in Dordrecht geboren. Hij volgde een opleiding aan de TH Delft waar hij in 1926 het diploma civiel ingenieur verwierf en in dienst trad bij Rijkswaterstaat. Hij begon zijn loopbaan bij de Zuiderzeewerken (1927- 1931) en was onder andere betrokken bij de aanleg van de Afsluitdijk. Later hield hij zich zowel bezig met de waterstaat in de grote rivieren (Maasverbetering, IJsselkanalisatie) als aan de kust (Arrondissement Hoorn). In 1944 was hij in Breda betrokken met de voorbereidingen van de dijkverbeteringen in de Biesbosch em omgeving.
Op 1 oktober 1944 kreeg hij de leiding over de daarvoor speciaal opgerichte Dienst Droogmaking Walcheren. In de roman Het verjaagde water dat A. den Doolaard over de droogmaking van Walcheren schreef figureert Jansen onder de naam Van Hummel.
In 1956 werd hij hoofd van de Deltadienst. Onder zijn leiding kwamen de eerste afsluitingen, de Zandkreekdam en de Veerse Gatdam, tot stand en legde hij de basis voor de afsluiting van Grevelingen, Volkerak en Haringvliet. Om gezondheidsredenen legde hij zijn functie in 1962 neer waarna J.J. Volkers hem opvolgde.
In 1946 aanvaardde hij de functie van gewoon hoogleraar in de afdeling Weg en Waterbouwkunde van de Technische Hogeschool te Delft. Hij bleef in deze functie adviseur van Rijkswaterstaat. Na zijn benoeming tot hoofd van de Deltadienst werd dit omgezet in een buitengewoon hoogleraarschap. Professor Jansen overleed op 5 juli 1982.