Ferdinand Wilhelm van Malsen

Geslacht: Man
Vader: Johannes van Malsen
Moeder: Anna Geertruij Francisca Kluts
Geboren: 23 Feb 1893 Utrecht
Overleden: 21 Feb 1985 Ermelo
Aantekeningen: Willem van Malsen kwam uit een streng Christelijk gezin met 13 kinderen. Zijn moeder Anna Geertruida Francisca Kluts trouwde op 14 februari 1878 in Utrecht met zijn vader Johannes van Malsen. Zijn vader was vrachtondernemer en werd later directeur van Van Gend en Loos. Een goede vriend van Willem van Malsen was de bekende poppentheatermaker Feike Bosma. In 1938 trouwt hij met zijn derde vrouw Wijda (Uk) van der Vuurst in Ermelo. Zij kregen drie kinderen, zijn zoon Willem van Malsen jr. was kunstschilder en illustrator.
Willem van Malsen ontwikkelde in zijn jeugd communistische sympathieën en ontvluchtte zijn ouderlijk milieu. Hij wilde arbeider worden en ging naar de HBS in Utrecht en Wageningen. Zijn vader overleed in 1909 op zijn zeventiende jaar. Zijn eerste baan kreeg hij bij Philips in Eindhoven als medewerker op het Chemisch Laboratorium.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog weigerde hij dienst en moest daarvoor een gevangenisstraf van anderhalfjaar uitzitten. Dankzij zijn goede relatie met de oprichter en directeur van Philips kon hij bij zijn oude werkgever terugkeren. Dr Gerard Philips, met wie ik bijzonder goed kon opschieten, zocht mij aan om de patentadministratie te doen. Een tijdlang was ik zijn rechterhand. Desondanks werd hij later ontslagen wegens het verspreiden van het christen-socialistische blad Opwaarts.
In deze periode ontmoette hij collega Carl Hijner, die hem grond op de heide nabij Best aanbood om zijn droom te realiseren. Geïnspireerd door Frederik van Eeden begon hij daar de coöperatieve productie- en verbruiksvereniging ‘De Ploeg’. Door gebrek aan landbouwervaring en de dalende landbouwprijzen gaat de coöperatie echter in 1929 failliet.
Onderlinge spanningen bleven onder de moeilijke omstandigheden niet uit. Willem van Malsen vertrok in 1921 met zijn vrouw Hen Hoekstra naar Bergeijk om daar als nevenvestiging van de kolonie in Best een vegetarisch herstellingsoord te exploiteren.
Op 12 maart 1923 is hij in Bergeijk medeoprichter van de nieuwe Coöperatieve Productie- en Verbruiksvereeniging ‘De Ploeg’. De groep bestond uit anarchisten in de lijn van de Bond voor Religieuze Anarcho-Communisten (B.R.A.C.). De doelstelling luidde statutair: Grond en productiemiddelen te brengen in gemeenschappelijk bezit en gebruik, en zo te komen tot een rechtvaardige en doelmatige organisatie van de gemeenschap en samenleving. Deze coöperatie zou later uitgroeien tot de textielfabriek ‘De Ploeg meubelstoffen’.
Op 24 december 1921 overleed zijn vrouw na de geboorte van hun eerste kind Hinke. Willem en zijn vrouw Hen hadden een vrije relatie en waren nooit getrouwd. Na de periode van De Ploeg vertrok Van Malsen voor enkele jaren naar Antwerpen, waar hij zijn geld verdiende met het tekenen van etalagemateriaal.
In 1928 begon Willem van Malsen als amateur met fotograferen. Zijn opleiding kreeg hij van C. Leyenaar, bij wie hij een half jaar stage volgde in Rotterdam. Zelf zou hij later de fotografen Wim Emmelot en Gerrit Weggeman opleiden. In 1931 opende hij een fotostudio en kleinhandel in fotografische artikelen in Utrecht, waar hij zich toelegde op portret-, reportage- en bedrijfsfotografie. Hij werkte met een Leica M2. Als bedrijfsfograaf kreeg hij onder andere opdrachten van de glasindustrie, Volkswagen, de Nederlandse Volkswagen importeur Pon en Kip Caravans. In deze periode begon hij eveneens met filmen. Het smalfilmmateriaal is door de familie overgedragen aan het Nationaal Filmarchief. Zeer waarschijnlijk zijn er afgeronde films van Van Malsen in de collectie van het Nederlands Filmmuseum in Amsterdam aan te treffen. Een van zijn films gaat over ‘De Werkplaats’, de school van Kees Boeke in Bilthoven, waar zijn kinderen Hinke, Martha en Piet naar school gingen.
In de jaren dertig werkte Van Malsen als fotograaf onder andere voor de uitgeverijen Zomer en Keuning in Ede en G.F. Callenbach in Nijkerk. In 1936 leverde hij een bijdrage van 49 foto’s aan het boek Wolken, wind en water, waar tevens volkskundige Anne de Vries aan meewerkte. Het boek kreeg een recensie in het blad Cosmorama: Het geheel is een voorbeeld van boekkunst dat gezien mag worden. De uitgave verdient verder alle lof, omdat ze een poging doet in een goede richting, nl. een fotografiesche illustratie van het boek. Deze poging is slechts gedeeltelijk geslaagd. Want de foto’s zijn geplaatst tussen de tekst, maar zijn hiervoor niet speciaal gemaakt. Tekst en foto’s zijn slechts door de titel van het boek met elkaar verbonden, beide vertellen, ieder op eigen wijze, van wolken, wind en water.
In 1938 verscheen De Nederlandse Volkskarakters, een boek met eenendertig volkskundige opstellen. Anne de Vries prees in een briefwisseling met mede-auteur P.J. Meertens de kwaliteiten van Van Malsen: De Utrechtse fotograaf heeft Nederland bereisd, kent het land goed, heeft een auto tot zijn beschikking, levert uitstekend werk, is een prettige, vlotte kerel, en ‘voelt’ ‘wetenschappelijk’: Hij herkent, evenals jij, verschillende rassen van foto’s. In zijn artikel Het Nederlandse Gelaat dat in het boek werd opgenomen, beschreef Van Malsen de opdracht: De menschen, die ik fotografeerde, moesten autochtone bewoners zijn van de streek die zij vertegenwoordigde. Mijn opdracht was dus zuiver documentatie. Van Malsen vond zich in de wetenschappelijke benadering van de publicatie die een exacte registratie van de lokatie van iedere opname vereiste. De reacties op de zestig foto’s in de bundel waren lovend. Mede-auteur De Vries beoordeelde de foto’s na afloop in een briefwisseling aan Meertens als ‘zonder uitzondering uitmuntend’, ‘de foto’s hebben indertijd veel lof geoogst en het oertype - zo dat bestaat schijnt wel goed door Van Malsen getroffen te zijn.’
Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleeft de fotowinkel van Van Malsen open. Hij werd lid van een ondergrondse verzetsbeweging, vervaardigde pasfoto’s voor identiteitskaarten en hielp bij het onderbrengen van joodse kinderen. Zijn oudste zoon Piet sneuvelt in het verzet tijdens een gevecht met de Duitsers. Na de oorlog sluit Willem van Malsen zijn zaak in Utrecht en keert met zijn gezin terug naar het ouderlijk huis van zijn derde vrouw in Ermelo. Haar moeder en zus hadden daar het pension ‘Klein Duimpje’. In een bijhuis aan de Oude Telgterweg 5 opent Van Malsen een nieuwe fotostudio voor portretfotografie en winkel voor foto-toebehoren. Zijn vrouw Wijda hielp ondermeer mee in de doka. Een oude vriend Piet Oosterbroek, mede verantwoordelijk voor de aanslag in Putten tijdens de Tweede Wereldoorlog, komt hier regelmatig over de vloer. Op oudere leeftijd beperkt hij zijn werkzaamheden tot de verkoop van fototoestellen en toebehoren. Op 80-jarige leeftijd sluit hij zijn winkel en overlijdt tien jaar later.
1893 Ferdinand Wilhelm van Malsen wordt op 23 februari 1893 geboren in Utrecht.
1913 Werkzaam op het chemisch laboratorium bij NV Philips.
1917 Oproep voor militaire dienstplicht. Na dienstweigering zit hij een gevangenisstraf uit van anderhalf jaar.
1919 Eerste aanzet naar een leven in een coöperatieve gemeenschap. Vestiging in de bossen op het grondgebied van nabij Best.
1920 Op 24 februari mede-oprichter van de coöperatieve productie- en verbruiksvereniging ‘De Ploeg’ te Best.
1921 Op 15 maart vestigen Willem van Malsen en zijn eerste echtgenote Hen Hoekstra zich in de nevenvestiging van ‘De Ploeg’ in Bergeijk.
1921 Op 21 december krijgen Van Malsen en Hen Hoekstra hun eerste kind Hinke.
1921 Op 24 december overlijdt Hen Hoekstra door complicaties na de geboorte.
1922 Carl Hijner neemt de exploitatie van de coöperatie van Van Malsen over.
1923 Medeoprichter van de nieuwe Coöperatieve Productie- en Verbruiksvereeniging ‘De Ploeg’ te Bergeijk.
1923 Na een korte periode in Antwerpen vestigt Van Malsen zich op 23 februari in Kethel, Schiedam.
1924 Op 15 augustus krijgen Van Malsen en Aleida van Soest hun dochter Martha.
1925 Op 3 februari verhuizen Van Malsen en Aleida van Soest naar de Terbregschelaan 4, in Hillegersberg, waar op 1 februari 1926 hun zoon Piet wordt geboren. Op dit adres staat hij ingeschreven als reclameschilder.
1928 Begint als amateur met fotografie.
1930 Verhuist op 28 januari naar de Bilt, Paltzerweg 55, waar hij samen met Aleida van Soest tot 25 februari 1931 blijft wonen. Daar registreert hij zich voor het eerst als fotograaf.
1931 Verhuist naar Utrecht en opent een fotostudio en kleinhandel in fotografische artikelen aan de Burgemeester Reigerstraat 43.
1931 Productie van eerste film ‘t Kan verkeren voor relamebureau B(redero’s).B.B.
1935 Kortstondig lidmaatschap van de NSB als secretaris van de kring 62, te Utrecht.
1936 Levert 49 foto’s voor de publicatie Wolken, wind en water
1938 Trouwt op 3 november in Ermelo met zijn derde vrouw Wijda (Uk) van der Vuurst. Zij kregen drie kinderen, Willem (7 januari 1940 - 21 juni 2005), Nellie (6 november 1943) en Margreet (28 juni 1947).
1938 Levert het fotografisch materiaal voor De Nederlandse Volkskarakters van P.J. Meertens en Anne de Vries
1940 Fotografeert voor Ons Vaderland van D. Hans
1945 Sluit 19 november zijn zaak in Utrecht en vertrekt naar Ermelo, waar hij een nieuwe fotostudio opent.
1985 Overlijdt op 21 februari in Ermelo.
Bibliografie
Primair
M.A.M. Renes-Boldingh, Kinderland, Nijkerk 1933
Diverse auteurs, Wolken, wind en water, Nijkerk 1936
Meertens P.J. & de Vries, Anne, De Nederlandse Volkskarakters, Kampen 1938
D. Hans, Ons Vaderland, Wageningen 1940
Piet de Rover, Behouwe vaart, Wageningen 1941; in 1979 herdrukt als Behouwe vaart: een verhaal over de binnenvaart rond 1900
Anne de Vries, Wij leven maar eens, Nijkerk 1951
Secundair
Anoniem, Cosmorama, Krimpel a.d. IJssel 1936, 2e jaargang, p. 9
Helen Boterenbrood, Weverij De Ploeg, van 1923 tot 1957, Tilburg 1984, pp. 12-18
Flip Bool en Kees Broos (red.), Fotografie in Nederland 1920-1940, ’s-Gravenhage 1979, p. 153
Frans Dekkers, Eindhoven 1933 1945, Kroniek van Nederlands lichtstad in de schaduw van het derde rijk, Haarlem 1982, pp. 20-24
Anthonie Donker, ‘Verkenning van Nederlandsche Volkskarakters’, in: Critisch Bulletin Amsterdam 1938, nr.18, pp. 1049-1054
Remco Ensel, ‘Een verbeelde gemeenschap. De volkenkundige portretfotografie van Willem van Malsen‘ in: Volkseigen. Ras, cultuur en wetenschap in Nederland 1900-1950, Amsterdam 2000, pp. 156-189
Barbara Hemkes, Uit liefde voor het volk. Volkenkundigen op zoek naar Nederlandse identiteit 1918-1948, Amsterdam 2005, pp. 311, 464
F.J.M. van Puijenbroek, ‘De Ploeg, landbouwkolonie te Best 1919-1929/ productieve associatie te Bergeijk 1923-1957’ in: Bedrijven in eigen beheer: kolonies en produktieve associaties in Nederland tussen 1901 en 1958, Nijmegen 1976, pp. 237-283
Boekje Lod. van Mierop:
scheikundige aan het laboratorium bij Philips & Co. te Eindhoven, sedert oktober 1915 als Landstormer onder de wapenen, sinds half maart als ziekendrager bij de bewakingsgroep te Gennep, heeft in mei 1916 militaire dienst geweigerd op grond van gewetensbezwaren, voortvloeiend uit christen-socialistische beginsel.
Tot 28 juli in lang voorarrest gezeten te Wageningen en aan de Vlasakkers bij Amersfoort. 28 juli voor de krijgsraad te Den Bosch voor weigering om een werkpak aan te trekken. Dit valt volgens de auditeur-miliair onder gewone disciplinaire straf. Dus hiervoor vrijgesproken en in vrijheid gesteld al moest hij ook nog voor een andere weigering weldra voor de krijgsraad verschijnen.
's Avonds 29 juli aan de Vlasakkers geslapen. Zondag 30 juli vroeg heengegaan, daar wd. kommandant hem vrij liet en vergadering VMV bijgewoond. Enige dagen daar nog gaan slapen. Niemand die beslag op hem. Toen is hij vandaar vertrokken en heeft burgerkleren aangetrokken. Zich in verschillende plaatsen des lands vrijbewegend is hij op vrije voeten gebleven tot 11 oktober 1916. Toen te Wageningen, waar zijn moeder woont, gearresteerd en naar Amersfoort overgebracht, waar zijn adres is: Arrest. lokaal, Verbondplaats - afd. IIc Divisie Vlasakkers bij Amersfoort.
18 oktober schrijft hij aan B. de Ligt, dat hij gemerkt heeft hoe men 's nachts stilletjes zijn burgerkleren voor militaire kleren in zijn cel verwisseld heeft. Vgl. Opwaarts No. xx.
6 december overgebracht naar Arnhem; 8 decemebr voor krijgsraad ; eis 4 mnd en 2 mnd detentie
Op 9 december veroordeeld door krijgsraad te Arnhem tot 4 mnd gevangenis en 6 weken detentie (vanaf 11 oktober)
In hoger beroep gegaan. Adres midden december Huis van Bewaring Arnhem 29-590
12 januari voor krijgsraad te Arnhem geweest
naar Utrecht overgebracht Huis van Bewaring. - Eerst enige dagen in een cel. 2 februari >in gemeenschap< Zeer goed getroffen.
Brief V.H. 4/2/1917) Vegetarisch eten niet toegestaan.
In de cel te Arnhem vooral veel last van de kou gehad.
23 februari 1917 H.Mil.Ger.Hof met Mr. G. als verdediger.
Opwaarts 470: weder naar Amersfoort (kreeg toestemming zijn moeder in Wageningen te bezoeken). daarna: Vlasakkers
Jos Giesen p. 95:
Aan Vollenga werd ontnomen om te lezen 'Over de beteekenis van het leven' van Tolstoy.

Gezin 1

Huwelijkspartner: Hinke Hoekstra geb. 19 Dec 1895 overl. 23 Dec 1921
Huwelijk: XXXX onbekend
Kinderen:
  Hinke van Malsen Male geb. 21 Dec 1921

Gezin 2

Huwelijkspartner: Aleida van Soest geb. 15 Juli 1897
Kinderen:
  Martha van Malsen Male geb. 15 Aug 1924
  Piet van Malsen Male geb. 1 Feb 1926

Gezin 3

Huwelijkspartner: Wijda van der Vuurst
Huwelijk: 2 Nov 1938 Ermelo
Kinderen:
  Willem van Malsen Male geb. 7 Jan 1940 overl. 21 Juni 2005
  Nellie van Malsen Male geb. 6 Nov 1943
  Margreet van Malsen Male geb. 28 Juni 1947