Christiaan Livius Laan

Geslacht: Man
Vader: Hendrik Arnoud Laan
Moeder: Maria Agatha van der Tak
Geboren: 1847
Overleden: 1 Apr 1933 Amersfoort
Aantekeningen: L A A N , C H R I S T I A A N LIVIUS, * Ottoland 13 mrt. 1847, t Amersfoort 1 apr. 1933. Zn. van Hendrik Arnoud Laan, pred., en Hillegonda Marie Agatha van der Tak. Stud. theol. Utrecht 1866. Herv. pred. Leerbroek 1872, Meeteren 1877, Serooskerke (Walch.) 1881, Goes 1884, Rotterdam 1888-1896 (emer. om gezondheidsredenen). Directeur Stadsevangelisatie Brussel 1899-1912, later ook van de opleidingsschool voor evangelisten Schaerbeek. Hij huwde 1. te Middelburg op 10 nov. 1881 met Emma Elisabeth Carp (1852-1899); 2. te Ellecom op 28 okt. 1903 met Johanna Elisabeth Christina Mispelblom Beyer (1851-1931). Ook zijn grootvader P. J. Laan en zijn broer P. J. R. Laan waren herv. predikant.
L. onderging als theoloog de invloed vooral van J. I. Doedes en J. J. van Oosterzee, voorts ook van J. H . Gunning jr. en andere theologen van ethisch-orthodoxe beginselen.
Te Rotterdam had L . aanvankelijk een talrijk gehoor, waaronder vele jongeren. Diep teleurgesteld over het teruglopen van het aantal toehoorders, en daartoe gedwongen door zijn zwakke gezondheid, vroeg hij na enige jaren vervroegd emeritaat aan. Na zijn herstel begon hij met veel ambitie zijn werk als directeur der Stadsevangelisatie te Brussel. De Stadsevangelisatie nam gedurende zijn toegewijde arbeid tevens het karakter aan van een landsevangelisatie. Het ruime huis, dat de niet onbemiddelde L . bewoonde, zette hij open voor de opleiding van evangelisten. Later werd, mede door zijn hulp, te Schaerbeek een opleidingsschool met eigen opleidingshuis voor evangelisten gesticht; L . werd er directeur. Ook was hij redacteur van De blijde Boodschap en Christelijk Volksblad. Evangeliebode voor Nederland en Vlaamsch België.
Na zijn vertrek uit Brussel was L. enige tijd voorzitter van de jongemannenvereniging te Amsterdam. Nog enkele jaren vóór zijn dood schreef hij een reeks Overdenkingen in de Amersfoortsche kerkbode.
Naast zijn pastorale arbeid placht L. met zijn bloemrijke taal causerieën te houden over allerlei onderwerpen. Muzikaal begaafd als hij was, wist hij ook meesterlijk te improviseren op zijn vleugel.
Geschr.: Geloofszekerheid. Zestal leerredenen (...), Rott. 1896 [n.a.]. - Het Bethelboek. Ter herinnering aan de inwijding der nieuwe Bethelkapel op 16 sept. 1900. Met een inleidend woord van J. J. P. Valeton jr., Brussel 1901.
Hij redigeerde: Ons zilveren jubileum, 1 nov. 1880-1 nov. 1905. [Verzameld en uitg. bij de herdenking van het 25-jarig bestaan van de Stadsevangelisatie te Brussel en omstreken],
Brussel 1905.
Van L.s hand verschenen bijdragen in: P. D. Chantepie de la Saussaye e.a., Vriendelijk geleide. Een bundel proza en poëzie, Almelo 1898, o.a. 166-174: De ijver voor Gods huis. - J. R. Callenbach e.a., Het licht der wereld. ijbelscheplaten naar oude en nieuwe meesters, Nijkerk 1902; 2e dr. 1910, 27-36: Maria en het Kind Jezus.
Het socialisme en het christelijk huisgezin. Een blijvend sociaal vraagstuk. In: Bouwsteenen, XII (1893), 129-154. - Revisie Artikel XVI Ned. Geloofsbelijdenis. In: SWV, LXII (1925), 585-600.
L i t.: Van G., In memoriam C. L. L. In: Chr. Volksblad, 8 apr. 1933. - W. Lutjeharms, De Vlaamse Opleidingsschool van N. de Jonge en zijn opvolgers (1875-1926), Brussel 1978, reg. in v.-NedP, X (1919), 260; XVII (1927), 103. - BWPGN.
F. L. VAN 'T HOOFT
Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme, deel 2

Gezin 1

Huwelijkspartner: Johanna Elisabeth Christina Mispelblom
Huwelijk: