Marius Frederik Arthur Basse

Geslacht: Man
Vader:  
Moeder:  
Geboren: 5 Sept 1868 Ledeberg, Oost Vlaanderen
Overleden: 18 Feb 1944 Gent
Aantekeningen: Basse, Maurits, Marius, Frederik, Arthur, werd geboren te Ledeberg op 5 september 1868 en is overleden te Gent op 18 februari 1944.
Volbracht zijn middelbare studiën aan het Koninklijk Atheneum te Gent en zijn hogere studiën aan de Rijksuniversiteit te Gent (doctor in de letteren en wijsbegeerte, sectie Germaanse filologie, op 20 oktober 1891); behaalde het diploma van laureaat in de Universitaire wedstrijd 1891-1892 (gedateerd 23 december 1892).
Werd op 12 januari 1894 benoemd tot interimaris leraar aan het Koninklijk Atheneum te Elsene, vervolgens, op 30 november 1895, tot leraar aan het Koninklijk Atheneum te Tongeren, waar hij definitief benoemd werd op 16 juni 1896. Op 14 maart 1903 werd hij benoemd tot leraar aan het Koninklijk Atheneum te Gent en defmitief in zijn ambt bevestigd op 5 augustus 1903.
Bij K.B. van 20 oktober 1923 werd Basse belast met het geven van steloefeningen in het Vlaams in de voorbereidende scholen voor burgerlijke bouwkunde en voor kunsten en
manufacturen verbonden aan de Faculteit der Wetenschappen van de Rijksuniversiteit te Gent.
Werd bij K.B. van 12 maart 1929 benoemd tot docent in de Faculteit der Wetenschappen van de Rijksuniversiteit te Gent.
Werd bij K.B. van 21 november 1928 met ingang van 31 oktober 1928 in het Middelbaar Onderwijs op pensioen gesteld en werd door hetzelfde besluit gemachtigd zijn universitair onderwijs voort te zetten.
Werd bij K.B. van 8 september 1930 met ingang van het academischjaar 1930-1931 ontlast van de Nederlandse cursus in de steloefeningen bestemd voor de aspiranten-candidaat burgerlijk ingenieur, maar bleef voor de andere secties in functie.
Bij K.B. van 8 juni 1933 zal hij als docent bij de Faculteit der Wetenschappen "in ereopzicht, de rang van buitengewoon hoogleraar in deze faculteit bekleden".
Heeft zijn cursus tot het einde van het academisch jaar 1937-38 gegeven en bereikte toen de leeftijdsgrens; hij werd voor de cursus in de steloefeningen opgevolgd door Prof. A. Burssens.
Aan Maurits Basse werden de volgencfe eretekens verleend : Ridderkruis in de Leopoldsorde (1 februari 1920), Officierkruis in de Kroonorde (9 april1939), Burgerlijke medaille 1 e klas (27 november 1924), Medaille van het Eeuwfeest (1931).
De wetenschappelijke belangstelling van Maurits Basse ging in het begin van zijn loopbaan hoofdzakelijk naar de Engelse literatuur. In 1895 publiceerde hij een studie over StijlqfJectatie bij Shakespeare vooral uit het oogpunt van het Euphuïsme, waarin hij de stijlcomponenten van het Euphuïsme, zoals het toenmaals de gewoonte was, analyseerde aan de hand van criteria die aan de Latijnse prosodie waren ontleend. Zijn verdere onderzoekingen brachten hem nog meer in de richting van het comparatisme wanneer hij in september 1910 een lezing hield op het Eerste Vlaamsch Taal- en Geschiedkundig Congres dat te Antwerpen plaats had en waar Basse handelde over Nederlandse en Engelse letterkunde in de XIV• eeuw. Later, in 1924, ter gelegenheid van het eeuwfeest van Byron wijdde hij een studie aan deze dichter en zou hiermee zijn laatste bijdrage tot de Anglistiek leveren. Een meer informatief karakter droegen de artikels die Basse regelmatig liet verschijnen in het maandschrift De Vlaamsche Gids en waarvan de bedoeling was de Vlaamse lezers op de hoogte te houden van recente stromingen in het Engelse geestesleven.
Reeds vóór zijn doctorale thesis had Basse zich met een bijdrage over Multatuli op het gebied van de Nederlandse literatuurgeschiedenis bewogen - occasioneel schreef hij trouwens ook zelf gedichten en novellen - maar in latere jaren ging zijn belangstelling naar de recente geschiedenis van de Vlaamse Beweging die hij in twee gedocumenteerde boekdelen beschreef. Het werk bevat een rijke en onmisbare verzameling bronnenmateriaal en een uitvoerige bibliografie en Basse's rustige en objectieve interpretatie van de door hem geciteerde documenten verdient alle lof.
Basse heeft een voorname rol gespeeld in het Willemsfonds, evenals in De Vlaamse Gids, het tijdschrift waarvan hij mederedacteur was van na de Eerste Wereldoorlog tot aan zijn dood.
W. SCHRICKX
PUBLIKATIES VAN MAURITS BASSE
IN BOEKVORM
Stijlaffectatie bij Shakespeare vooral uit het oogpunt van het Euphuïsme. Rec. fac. phil. lettres U.G., afl., 14,1895.
Het aandeel der vrouw in de Nederlandsche Letterkunde. Uitg. van het Willemsfonds, Nrs. 157-8, Gent, 1920-21.
Byron, Antwerpen, 1924.
Professor Jozef Vercoullie. Vlamingen van Beteekenis, XI, Antwerpen, 1928.
De Vlaamsche Beweging van 1905 tot 1930. 2 vals., Gent, 1930-33.
ALS BIJDRAGEN IN TIJDSCHRIFTEN EN VERZAMELWERKEN
De brieven van Multatuli over het ontstaan van Max Have/aar. Gentsche Studentenalmanak, 1891.
De jeugd van Anna Byns. Mélanges Paul Fredericq, Brussel, 1904.
Nederlandsche letterkunde : Virginie Love/ing. Vl. Gids, I, 1905.
Engelsche letterkunde. Kronieken verschenen in Vl. Gids, I, 1905; II, 1906; III, 1907; V, 1909;
VI, 1910; VII, 1911; VIII, 1912; IX, 1913; X, 1914.
Shakespeare in de klasse. Vl. Gids, III, 1907.
De taalstrijd in oud-Engeland. Vl. Gids, V, 1909.
Iets over Carnegie. Vl. Gids, VI, 1910.
Nederlandscheen Engelsche Letterkunde in de XIVe eeuw. Handelingen Eerste Vl. Taal- en Geschiedk.
Congres, Antwerpen, 1910.
Maurits Sabbe, be nood der Bariseele's. Vl. Gids, IX, 1913.
Engelsche Kroniek. Kronieken in Vl. Gids, XI-XVIII, 1922-1930.
Virginie Love/ing. Vl. Gids, XII, 1923-24.
Byron - Zijn leven. Vl. Gids, XII, 1924.
Byron - Zijn werken. Vl. Gids, XIII, 1924.
Redevoering. Vl. Gids, XVI, 1927-28.
Wie is de schrijver der Navolging van Christus1 Vl. Gids, XVII, 1928-29.
Een Amerikaan over de Vlaamsche Beweging. Vl. Gids, XIX, 1930-31.
libstore.ugent.be