Hendrik Adrianus van Dam
| Geslacht: | Man | |
| Vader: | Dirk van Dam | |
| Moeder: | Christina Wilhelmina van Reijn | |
| Geboren: | 30 Apr 1872 | Overschie |
| Overleden: | 15 MEI 1947 | Rotterdam |
| Religie: | Chr. Ger. | |
| Beroep: | opzichter van huizen | |
| Aantekeningen: | H. A. van Dam vertelt in 'De Levende Natuur', deel 12 (1907), p. 35, dat het grootste deel van deze verzameling afkomstig was van de buitenplaats 'De Tempel' te Overschie. Het is met deze collectie niet zo goed gegaan, want de bovenzalen van het oude societeitsgebouw van de Diergaarde, waar alles werd opgeborgen, leenden zich niet tot museumruimte. In 1939 werden de vogels, tezamen met een collectie schelpen, in slechte staat naar het Rotterdamse Natuurhistorisch Museum overgebracht. De zeldzaamste exemplaren werden aldus nog gered en zijn thans veilig opgeborgen. H. A. van Dam, zo even genoemd, - de zoon van een scheepsbouwer te Overschie - had een grote liefhebberij voor vogels. Hij verhuisde later van Overschie naar Rotterdam. Verscheidene artikelen in 'De Levende Natuur' getuigen van zijn kennis van en liefde voor vogels. Bij zijn overlijden op 15 mei 1947 te Rotterdam vermaakte hij zijn vermogen aan het Natuurhistorisch Museum te Rotterdam. Degenen, die zich interesseren voor de situatie langs de weg Rotterdam-Overschie-Delft in het begin der twintigste eeuw, mag ik verwijzen naar zijn artikel 'Natuurgenot' in 'De Levende Natuur', deel 12. |
|