Jacob van Heusden

Geslacht: Man
Vader:  
Moeder:  
Geboren: 30 Jan 1757 Hilvarenbeek
Overleden: 24 Feb 1841 Hilvarenbeek
Religie: Ned. Hervormd
Beroep: predikant
Aantekeningen: Predikant en oprichter van de Maat­schappij van Welstand
Auteur: Adri P. van Vliet
Jacob van Heusden werd geboren op 30 januari 1757 te Hilvaren­beek als zoon van Cornelis van Heusden, vorster van Oister­wijk en later deurwaarder, notaris en procureur te Hilvaren­beek, en Johanna Cornelia van der Plas. Hij huwde op 9 juli 1790 te Middelburg Wilhelmina Cornelia de Bruijn. Uit dit huwelijk werden acht kinderen geboren. Van Heusden overleed in Hilvaren­beek op 24 februari 1841.
Jacob van Heusden bezocht de Latijnse School in 's-Hertogen­bosch, waar hij veel prijzen behaalde en die hij in 1766 verliet met het uitspreken van een oratie in agricolarum vitae laudum ('tot lof van het boerenleven'). In 1772 ging hij theologie stude­ren in Leiden. Tijdens zijn studietijd behoor­den J. H. van der Palm, een bekend patriot en later agent voor de Natio­nale Opvoeding, en de oranje­gezinde J.W. Bussing tot zijn boezem­vrienden. De wens om naar Brabant te kunnen terug­keren kon, dank­zij zijn aanstel­ling tot predikant te Sint-Oeden­ro­de, in 1783 in vervulling gaan. Acht jaar later verhuisde hij naar Hilvaren­beek waar hij tot aan zijn emeri­taat in 1839 het domineesambt zou uitoe­fenen.
Als godgeleerde kreeg Van Heusden bekendheid door de publi­catie van enkele theologische werken. Zijn Verhandeling ter aanprij­zing van het onderzoek der Heilige Schrift werd in 1789 door het Haagsch Genootschap ter verde­diging van de Christe­lijke gods­dienst bekroond. Met het schrijven van Het behoor­lijk eerbie­digen van de geloofsformulieren der hervormde kerk in Neder­land in 1836 zette hij in reactie op de ideeën van de Afscheidingsbeweging zijn standpunt uiteen over het gebruik van de drie formulieren van enigheid binnen de protes­tantse traditie.
Met de komst van de Fransen in 1794 brak voor de tot dan toe bevoorrech­te hervormde kerk een moeilijke tijd aan. Ook Van Heusden werd met ingrijpende problemen gecon­fron­teerd. Het godshuis waarin hervormd Hilvarenbeek kerkte en de pastorie waar de familie Van Heusden woonde, werden op grond van de Staatsrege­ling van 1798 aan de rooms-ka­tholie­ken teruggege­ven met als gevolg dat de hervormde gemeen­te dakloos was. De pastorie werd echter terugge­kocht, terwijl de kerk­diensten voorlopig in een koets­huis werden gehouden. Door de inspannin­gen van Van Heus­den -hij slaagde er in om van Lodewijk Napoleon bouwsub­sidies los te krijgen- kon op 19 november 1809 het thans nog bestaande kerkgebouw, het zogenaam­de Lode­wijks-kerkje van architect L. van Heijst uit Waalwijk, worden ingewijd.
Boven­dien nam hij met zijn Aan­merkin­gen op een ge­schrift, getiteld: De Gods­dienst afge­zon­derd van de Staat (Dordrecht, 1795) stelling tegen de opvatting van degenen, waaronder de rooms-katholieken, die een scheiding van kerk en staat voor­ston­den. De overheid zou dan niet meer verplicht zijn in het tractement van hervormde predi­kanten bij te dra­gen.
Na 1795 verloren de protestan­ten in Bra­bant hun dominerende maatschappelijke positie. Overheidsambten stonden voortaan ook open voor rooms-katholie­ken. Bovendien dupeerde de economische malaise, die het koninkrijk der Nederlan­den aan het begin van de negentiende eeuw trof, vooral de kleine zelfstandigen. Het merendeel van de Brabantse protestanten behoorde juist tot deze midden­klasse. Velen verarmden en ver­huisden naar het noorden, waar­door tal van protestantse gemeenschappen in Brabant ver­dwenen of werden gereduceerd.
Van Heusden heeft getracht dit tij enigszins te keren. Op zijn iniatief werd op 18 juli 1822 te Breda de Pro­testant­sche Maatschappij ter bevordering van Welstand, door onder­steuning en voorlichting opgericht, waarvan de naam in 1830 werd gewijzigd in Maat­schappij tot Bevorde­ring van Welstand, voornamelijk onder landlieden. Allen die de protes­tantse gezindte een warm hart toedroegen, konden lid worden. Met de verzamelde fondsen hoopte de initiatiefnemer de finan­ciële positie van zijn ge­loofsgenoten in Brabant te verbete­ren. De Maatschappij kocht land en boerderijen voor arm­las­tige protestanten en ver­strekte hun geldlenin­gen. In het anoniem verschenen Peter en Anna, of de gelukkige landbouw uit 1834 zette Van Heusden zijn ideeën over de voorlichtende taak van de Maatschappij nader uiteen.
Uit hoofde van zijn functie en vanwege zijn tact om mensen met tegen­gestelde visies bij elkaar te houden was Van Heusden werkzaam in verschillende kerkelijke besturen. Jarenlang was hij voorzitter van de ring Oister­wijk, een overlegorgaan van predikanten uit de omgeving van Oisterwijk, van de classis 's-Herto­gen­bosch en het Provinciale Kerkbe­stuur van Noord-Brabant. Als assessor van de classis 's-Herto­genbosch stelde hij in 1816 een Regle­ment van orde op voor de zitting en de werkzaamheden van het classi­cale bestuur. Begaan met het lot van de weduwen van predikan­ten schreef hij in de jaren 1817-1818 een Regle­ment op de Weduwen­beurs.
Na 47 jaar het domineesambt te hebben uitgeoefend verkreeg hij op 1 juli 1839 zijn emeritaat en kwam er een einde aan zijn kerke­lij­ke carrière.
Door zijn kennis en juiste beoordeling van zaken was Van Heusden een geziene gesprekspart­ner en slaagde hij er in mensen enthousiast te maken voor zijn sociaal bewogen ideeën.
Toch was het niet om deze op de medemens gerichte levenshouding, maar om het feit dat 'de eerwaardige grijsaard Van Heusden een der verdienstelijkste leeraars van de Hervormde Kerk' was, dat hij enkele maanden voor zijn dood op 28 novem­ber 1840 werd benoemd tot ridder in de Orde van de Neder­landse Leeuw.
Bronnen
J.P. de Bie en J. Loosjes (red.), Biographisch Woordenboek van Protestantsche godgeleerden in Nederland, Deel 3, 's-Gravenha­ge, z.j.
J.J. Sprengher van Eijk, Jacob van Heusden in zijn verdienste­lijk leven geschetst, Rotterdam, 1841
W. de Vries, 150 jaar welstand, Tilburg, 1972
W. de Vries, 'Van Heusden', in: De Brabantse Leeuw 18, 1969, 1-11
Dit artikel verscheen eerder in: J. van Oudheusden e.a. (red.), Brabantse biografieën. Levensbeschrijvingen van bekende en onbekende Noordbrabanders. Deel 1 (Uitgeverij Boom en Stichting Brabantse Regionale Geschiedbeoefening, Meppel/Amsterdam 1992).

Gezin 1

Huwelijkspartner: Wilhelmina Cornelia de Bruijn geb. 2 MRT 1759 overl. 10 Jan 1854
Huwelijk: 9 Juli 1790 Middelburg
Kinderen:
  Catharina Johanna van Heusden Male geb. 17 MRT 1794 overl. 18 Feb 1892
  Cornelis Johannes van Heusden Male geb. 10 Apr 1791 overl. 1 Aug 1872
  Petronella Josina van Heusden Male geb. 23 Juli 1792 overl. 26 Juli 1845
  Willemina Jacoba van Heusden Male geb. 14 Juni 1799 overl. 12 Juli 1895
  Johanna Cornelia van Heusden Male geb. 4 Jan 1804 overl. 4 Sept 1892