Simon Franken

Geslacht: Man
Vader: Simon Christiaan Franken
Moeder: Catharina Maria Overduin
Geboren: 29 Dec 1919 Hilversum
Overleden: 19 Dec 2014 Apeldoorn
Religie: Ev. Luthers
Aantekeningen: Last Name: Franken
First Name: Sim
Rescuer's fate: survived
Nationality: THE NETHERLANDS
Religion: CHRISTIAN
Gender: Male
Profession: STUDENT OF MEDICINE
Place during the war: Hilversum, Noordholland, The Netherlands
Rescue Place: Hilversum, Noordholland, The Netherlands
Rescue mode: Hiding
File number: File from the Collection of the Righteous Among the Nations Department (M.31.2/3476)
When Ester van Son, a young Jewish girl from Hilversum, North Holland, was forced to go into hiding, she turned to the Franken family, who lived in the same town. Mrs. Franken, a widow, had three sons and a daughter. The eldest son, who was married to a Jewish woman who had converted to Christianity, was a clergyman in the village of Blokzijl, Overijssel. When the food shortage in Hilversum worsened, the Franken children sent their mother to her married son. The daughter, Johanna (Joop) Franken (later Legrand), and the other two sons, Wim and Sim, a music student and a medical student, who were themselves evading forced labor in Germany, remained at home. The Frankens did everything they could to help Jews: in addition to Ester, a Jewish couple, the Gottschalks, friends of the family, arrived from Assen, where the Frankens had lived before they moved to Hilversum. Their son Henry and his fiancée, Millie, came too. They did not hide with the Frankens but often came to their home, until the Germans caught them. Kathe Schlesinger, a young Jewish woman, actually hid in the Frankens' house. Tob Chichou, a Jewish man whose wife and young daughters were being hidden elsewhere, was at first turned away by the Frankens, but they contacted him after their mother left and he hid with them. The Franken family was motivated by humanistic and Christian principles. Ester Lemmertse-van Son testified that they helped her for no financial reward. Sim, who was active in the underground, saved his sister-in-law's mother and her aunt, whose name was Duparc. He brought them from the station in Zwolle to his brother's house in Blokzijl and tried to get them forged documents. Joop was vigorously involved in all the rescue activities. She took care of everything: food, ration cards, and forged identity papers. She could be trusted without question. After the war she and her husband, a doctor, lived in the Third World for many years.
On September 8, 1986, Yad Vashem recognized Joop Legrand-Franken and her brothers, Sim Franken and Wim (Willem) Franken, as Righteous Among the Nations.
====
Op 94 jarige leeftijd is professor Simon Franken overleden in het bijzijn van zijn familie. Hij is begraven in besloten kring.
Tot kort voor zijn dood was hij nog steeds actief en erg scherp. Tot op het laatst schilderde hij ondanks zijn oogheelkundige handicap. Siem was een getalenteerd en gedreven persoon en een van de laatste zendingsartsen die hun carrière in Nederlands Nieuw Guinea begonnen.
In 1939 begon hij zijn studie geneeskunde in Amsterdam, maar deze werd al snel onderbroken door de tweede wereldoorlog. Siem moest onderduiken. In 1944 op de fiets op weg naar Amanda van de Meulen werd hij aangevallen door een overvliegend geallieerd vliegtuig. Gelukkig ontsnapte hij en bij aankomst vroeg hij haar als zijn vrouw. In 1948 studeerde hij af in Amsterdam na onderwijs van o.a. de hoogleraren Borst en Formeijne. Het was geen vrolijke studententijd.
Geïnspireerd door Albert Schweitzer ging hij van 1950-1957 als zendingsarts werken in Nederlands Nieuw Guinea, met name in Jayapura (Hollandia) en Manukwari. Maar ook in de Vogelkop, waar zijn belangstelling voor de oogheelkunde werd gewekt. Toen hij bij vijf patientjes, voorzien van een oogverband wegens hoornvlies problematiek, dit verband verwijderde, trof hij bij alle vijf in elk verband de ooglens aan en bij inspectie van het oog een geperforeerd hoornvlies: xerophthalmie-keratomalacie door vitamine A deficientie (VAD) . De oudste 2 kinderen werden geboren in Nieuw Guinea.
Van 1957-1960 specialiseerde Simon Franken zich in Utrecht tot oogarts, in het Gasthuis voor Minvermogende Ooglijders - het "Ooglijdersgasthuis" in de volksmond - onderleiding van de professoren Weve en ten Doesschate. Hij bleef een jaar extra waarin hij promoveerde op de lengte meting van het oog met ultrageluid. In 1961 vestigde hij zich in Zwolle en werd tevens voorzitter van de Medische Commissie v.d. Raad voor de Zending der Ned. Herv. Kerk. Ook onderhield hij contact met het Christian Medical College in Ludhiana, India. Siem was onder de indruk van de grote aantallen blinden op het platteland van India, vooral door de aanwezigheid van cataract in "onvoorstelbaar grote aantallen".
Van 1962-1970 werkte hij in Ludhiana, waar hij bij de organisatie van de oogheelkundige afdeling en opleiding van oogartsen was betrokken. In India werd Simon geconfronteerd met VAD- en andere deficiëntie ziekten, zoals Beri-beri. Vooral xeroftalmie, keratomalacie en kinderblindheid vormden een terrein waar hij veel aandacht aan heeft besteed en waarover hij publiceerde. Ook in Bangladesh deed hij onderzoek op dit gebied. VAD bleek een sluipende ziekte zonder veel duidelijk opvallende symptomen die snel werden herkend. Collega Chatterjee van Ludhjana correspondeerde nog langdurig met Simon.
In 1970 keerde Siem terug in Nederland. Eerst als lector, vervolgens als hoogleraar oogheelkunde te Groningen. Hij raakte er teleurgesteld in de mentaliteit van de studenten, terwijl hijzelf niet mee veranderd was. Autoriteit werd niet meer aanvaard. Een cultuur die helemaal niet te vergelijken viel met die in India. Hij kon die twee culturen nauwelijks met elkaar verenigen.
Tijdens en na zijn voordracht op de NOG vergadering in 1971 over door lintworm besmetting veroorzaakte intraoculaire cysticercosis kwam er geen enkele reactie onder het gehoor, wat hem zeer verbaasde. De twee werelden tussen de tropen en het geïndustrialiseerde westen bleken ook oogheelkundig nog gescheiden. Vooral door deze ervaring kwam hij tot het initiatief om een werkgroep tropische oogheelkunde op te richten. Hoogleraren als van Balen , Crone, Velzeboer en vooral ook mejuffrouw Annetje ten Doesschate toonden eveneens belangstelling. Een werkgroep leek hem een platform waar je ongedwongen met elkaar kon omgaan. De bijeenkomsten met voordrachten in de lunchpauze op het KIT met mensen als Leiker, Kranendonk en de Geus inspireerden Simon hiertoe. (http:www.tropischeoogheelkunde.nl).
Van 1970-1990 was hij WHO consulent in India voor gebieden "ten oosten en ten westen van Delhi ("ten oosten van Delhi ligt de Moslimwereld, ten westen hiervan de wereld van Hindoeisme en Boedhisme"). Op reis voor rapportages op oogheelkundig-organisatorisch niveau in Bangla-desh ("veel VAD") , in Nepal (hippie tijd, rapport over de regio's waarin oogheelkundige NGO's zich konden vestigen), in Afghanistan (6x, zowel in de nìet als wèl door Rusland bezette gebieden), in Pakistan en Iran ("nergens zo bedonderd als in het Iran van Khomeini; een geraffineerd systeem van bedriegerij"). Voor andere instanties o.a. in Kazachstan (vooral lepra). Van zijn rapportage maakten WHO vertegenwoordigers in Kazachstan gebruik. Voor de Christoffel Blinden Mission (CBM) begeleidde Simon projecten in Afrika (Somalië, Mogadishu), en in Afghanistan.
Door bemiddeling van Doc Anderson, bekend tropenoogarts, kwam Simon in contact met het CBM project in Mogadishu, Somalië. In de periode van 1983-1989 zette hij daar voor CBM een oogkliniek op en startte de opleiding van oog- verpleegkundigen en -assistenten, (vooral niet van oogartsen!).
Deze kliniek draait nog altijd, ondanks de al jaren durende burgeroorlog tot op de dag van vandaag onder leiding van de heer Sid Omar. Sid Omar was oorspronkelijk de chauffeur in het project, maar functioneert nu als bekwaam coördinator, dankzij zijn opleiding door Simon. Het overgrote deel van de oogartsen is het land ontvlucht. Zijn ervaringen in Somalië bracht Simon tot het formuleren zijn 10 geboden voor het bestrijden van blindheid. Bij de start van de kliniek in Mogadishu speelde ook de Stichting Medic een rol. Medic voorzag de kliniek van een fonds en van instrumentarium, overbodig geworden in ziekenhuizen en oogheelkundige praktijken in Apeldoorn en omgeving.
Na zijn pensionering zette Simon zich in als vrijwilliger bij Medic.. In 2002 overleed Simons vrouw Amanda. Hij hertrouwde met Ans van der Ham, die ook in Ludhiana werkzaam is geweest. Zijn laatste jaren werden in Apeldoorn doorgebracht samen met Ans, die hem liefdevol verzorgde. Ook was zij zijn rechter hand bij het samenstellen van onderwijsmateriaal in boekvorm en op CD, vooral bestemd voor diegenen in de gezondheidszorg die werken in gebieden die overeenkomst vertonen met de gebieden waar Simon Franken werkzaam is geweest . En dat zijn er veel.
Een bijzonder man is heen gegaan.
nvtg.org

Gezin 1

Huwelijkspartner: Amanda van der Meulen geb. 6 MEI 1921 overl. 21 Feb 2002
Huwelijk: 8 Sept 1948 Hilversum