Rijk Hol
Geslacht: | Man | |
Vader: | Cornelis Hol | |
Moeder: | Bregje Nagel | |
Geboren: | 23 Juli 1825 | Amsterdam |
Overleden: | 14 Mei 1904 | Utrecht |
Beroep: | muziekdirecteur | |
Aantekeningen: | Het muzikaal talent van Richard Hol, zoon van een Amsterdamse melkhandelaar, werd vroeg opgemerkt. Op jonge leeftijd had hij les van de organist J.M. Martens. In 1837 kwam hij onder de hoede van J.G. Bertelman in diens muziekschool in Amsterdam. Sinds 1844 was hij actief als muziekleraar en als begeleider van rondreizende virtuozen. Zijn succesvolle carrière als dirigent begon in 1854 met het koor Polyphonia; van 1856 tot 1871 had hij de leiding van Amstel's Mannenkoor; in 1857 volgde hij J.B. van Bree op als dirigent van de Amsterdamse afdeling van de Mij. tot Bevordering der Toonkunst. In 1862 legde hij de laatste functie neer, vermoedelijk omdat hij werd gepasseerd ten gunste van de meer conservatieve Johannes Verhulst. In Utrecht nam hoe toen de leiding op zich van het Collegium Musicum Ultrajectinum. Ook was hij in deze stad werkzaam als organist van de Dom (1870-1887) en als directeur van de Muziekschool (1875-1887). Onder Hols leiding, en vooral sinds de stichting van concertzaal Tivoli, kreeg het Utrechtse muziekleven meer allure, mede door optredens van grootheden als de Robert en Clara Schumann, Carl Tausig, Johannes Brahms en Joseph Joachim. In later jaren verlegde Hol een deel van zijn werkterrein naar Den Haag, waar hij in 1878 de leiding op zich nam van mannenkoor Caecilia. In 1883 werd hij gastdirigent van de Diligentia-concerten, naast Verhulst; in 1887 nam hij de functie van zijn tegenstander over. Ook dirigeerde hij na 1888 concerten in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam. Richard Hol, die bekend stond als een nuchter, beminnelijk persoon, was een van de meest invloedrijke figuren in het Nederlandse muziekleven van de 19e eeuw. Hij was lid van talrijke jury's en commissies, en was de eerste voorzitter van de Nederlandsche Toonkunstenaarts-Vereeniging. Hij had veel contacten in Duitsland en introduceerde werk van 'Neudeutsche' componisten als Liszt en Wagner, maar ook van Brahms en Nederlandse tijdgenoten. Hij schreef artikelen voor o.m. Caecilia, het Weekblad voor Muziek, Het Orgel en De Muziekbode (waarvan hij hoofdredacteur is geweest). Van zijn tamelijk omvangrijk oeuvre wordt tegenwoordig weinig nog gespeeld. Enkele kinderliederen (zoals 'In een blauwgeruite kiel') zijn echter 'nationaal bezit' geworden. Hij schreef o.m. vier symfonieën, talrijke koorwerken, liederen, en de opera Floris V. Nederlands Muziek Instituut |
Gezin 1
Huwelijkspartner: | Jacoba van Waning Bolt | |
Huwelijk: |
Gezin 2
Huwelijkspartner: | Amalie Philippine Frederik Reuter | geb. 1840 overl. 25 Feb 1896 |
Huwelijk: | 30 Juni 1864 | Amsterdam |
Gezin 3
Huwelijkspartner: | Maria Theresia Koene | geb. 6 Mrt 1863 overl. 26 Jan 1940 |
Huwelijk: | 18 Mei 1897 | Nijmegen |
Kinderen: | ||
Jacoba Brigitta Louisa Hol Koene | geb. 21 Sept 1886 overl. 15 Okt 1964 | |
Herman Marinus Jacobus Hol | geb. 1898 |