Hendrik Willem Creutzberg

Geslacht: Man
Vader: Karel Frederik Creutzberg
Moeder: Anna Helena van der Wall
Geboren: 5 Juni 1875 Arnhem
Overleden: 31 Dec 1940 Den Haag
Beroep: predikant
Aantekeningen: CREUTZBERG, HENDRIK WILLEM, * Arnhem 5 juni 1875, t 's-Gravenhage 31 dec.1940. Zn. van Karei Frederik Creutzberg, pred., en Anna Helena van de Wall. Stud. theol. Utrecht 1894. Herv. pred. Wijk aan Zee en Duin 1900, Velsen voor de dienst te LJmuiden 1907, IJmuiden 1912-1920 (emer.). Voorganger Duinoordgemeente Scheveningen 1920, als herv. pred. ald. sinds 1934.
Hij huwde 1. op 18 sept. 1901 te Wijk aan Zee met Johanna Isabella del Court van Krimpen (1875-1918); 2. op 9 mei 1927 te Nijmegen met Adriana Jacoba de Groot (1898-1984).
C. behoorde tot de ethische richting. Het realisme en de sociale visie van de Arnhemse predikant A.S. Talma - zijn vriend en leidsman sinds zijn studententijd - hadden grote invloed op hem.
In de zeer heterogene gemeente Wijk aan Zee wist C. door zijn prediking en persoonlijke betrokkenheid de uiteenlopende bevolkingsgroepen van aristocraten, vissers en jonge socialistische tuinders aan de gemeente te binden. Met roomskatholieken en socialisten richtte hij een Raiffeisenbank op. De Creutzberglaan aldaar is naar hem vernoemd.
Te Velsen werd C. de eerste predikant van de nieuwe gemeente IJmuiden. Zijn eerste vrouw, godsdienstig gevormd door de Church of England, ontwierp samen met de Engelse architect W.A. Forsyth de aldaar nieuw te bouwen kerk. Zij was het die alles tot in details vormde met haar energie, smaak en verstand, zelfs de eredienst. Door C s inspanningen ontplooide de gemeente te IJmuiden zich zo, dat weldra een tweede kerkgebouw en een tweede predikantsplaats gesticht konden worden. In IJmuiden werd een uloschool naar hem vernoemd.
Samen met H.J. Heynes, H.C. Ruys, D.G.W.L. Roder, J.W.P. Ie Roy e.a. stichtte C. de Vereniging voor inwendige zending in Noord-Holland. Hij werd haar eerste voorzitter.
Toen in de wijk „Duinoord" tussen Den Haag en Scheveningen de behoefte werd gevoeld een nieuwe kerkelijke gemeente te stichten, zocht men C. aan om als predikant in dienst te treden van de Stichting „Duinoordkerk". De centrale kerkeraad van Scheveningen waaronder het voor de kerkbouw aangekochte terrein ressorteerde had kerkbouw niet opportuun gevonden en onthield de stichting zijn steun. Het advies van C. was bouwen, desnoods buiten kerkelijk verband, maar wel met uiteindelijk doel een zo spoedig mogelijke aansluiting bij een herv. gemeente. Zo werd de kerk uit nood een
'vrije gemeente', en moest C , toen hij dit beroep aannam, emeritaat aanvragen. De verhouding met de herv. gemeente Scheveningen normaliseerde zich op 22 febr. 1934 bij C s bevestiging als haar zesde predikant.
In de Duinoordkerk - in gebruik genomen op 17 dec. 1920 - waren tal van elementen nieuw in het kerkelijk leven van die dagen. Bij de bouw had de in anglicaanse stijl gebouwde kerk te IJmuiden met toestemming van de architect als voorbeeld gediend.
De kruisvormige kerk met zijn absis, koorhek, verhoogde koor, centrale avondmaalstafel met twee kandelaren, twee katheders, en mozaïek van het laatste avondmaal op de oostelijke muur, waarin ook gebrandschilderde raamafbeeldingen van de twaalf apostelen, diende bovenal om de nodiging boven de toegangsdeur: „Venite, adoremus Dominum" gevolg te kunnen geven. Aan dit „grote doel, den Heilige nader te treden" achtte C. de gemeente geroepen „gemeenschappelijk en openlijk" mee te arbeiden. In de liturgie van de gemeente zag C. het „rustige, eeuwige woord der kerk" vervat. De taak van de prediking is volgens C de rijkdommen van de liturgie levendig te houden. Tegelijk kon C het gevoelen van O. Noordmans toestemmen, dat het eigenlijk offer in de cultus alleen dat mag zijn, wat profetisch in de preek tot ons komt van Gods kant, nl. het offer van Christus (L.D. Terlaak Poot).
G. van der Leeuw voelde zich zeer verbonden met de Duinoordkerk. Zijn mening was, dat „het hervormd-catholieke er een eigen vorm en gestalte had gevonden".
C. voerde allerlei liturgische vernieuwingen in, o.a. collecteren met kleine collectezakjes en versieringen in de kerk tijdens hoogtijdagen. Sterke nadruk legde C. op de parochiegedachte; ook riep hij de „gemeentekringen" in het leven om het gemeentebesef aan te kweken.
Mede op initiatief van C. is in de Duinoordkerk de Liturgische Kring opgericht met als doel bestudering van de liturgie en haar theol. veronderstellingen en het in praktijk brengen van de resultaten. Hij was lid van de commissie tot samenstelling van de nieuwe herv. gezangenbundel die in 1938 is verschenen.
C. stimuleerde de oprichting van een zendingscommissie die ten doel had het volledig bekostigen door de Duinoordgemeente van een zendingspost op Nieuw-Guinea t.b.v. zendeling P. Grondel. De kritieke toestand van de zendingsfinanciën bracht C. in een artikel in De Nederlander van 6 aug. 1921 tot het plan om alle tot betaling in staat zijnde leden van de Herv. Kerk driemaal 's jaars een gulden te laten bijdragen voor de zending. Het plan vond steun bij o.a. C.W. Coolsma en leidde tot de oprichting van G.G.C. (Georganiseerde Gulden Collecte).
Cs preken kenmerkten zich door een visionaire verteltrant met een warm persoonlijke inslag. Hij was een geboren evangelist.
In 1928-1929 kwam C. via G.H.L. baron van Wassenaer van Catwijck in contact met de Oxfordgroep; sedert 1929 nam hij aan de activiteiten van de beweging deel.
Door zijn welsprekendheid - hij was weliswaar een man van weinig woorden, maar elk woord was geladen en raak -, door zijn exegese, zijn organisatietalent, zijn sociale bemoeiingen, als liturg, en niet in de laatste plaats door zijn herderlijk werk was C. een man van betekenis in de herv. kerk. Hij
was een knap psycholoog, een goed mensenkenner en zeer spontaan (L.D. Terlaak Poot, S.F.H.J. Berkelbach van der Sprenkel). Tot zijn vrienden moeten naast Talma ook H.T. Oberman, en F.N.D. Buchman worden gerekend. Zijn broeder J.J.Creutzberg was o.a. herv. predikant te Neerbosch.
G e s c h r , : Personen en gedachten uit den Bijbel, 's-Grav. 1928. - Hoogtij vieren, 's-Grav. 1930. - De tweede brief aan Tunotheüs [Timotheus redivivus], 's-Grav. 1931. - De patriarchen. Hun leven en hun karakter, 's-Grav. 1934. - Vrienden van Paulus, Baarn 1936 {Libellen-serie, nr. 206). - Het gebed des Heeren, Baarn (1938). - De preek in den eeredienst, Baarn 1937 (Serie: Wat doen wij in de kerk). De eeredienst tot aan de offerande. In: G. van der Leeuw (c.a.), Handboek voor den eeredienst in de Nederlandsche Hervormde Kerk, Rott. 1934. 91-104. - Een Haagsche voorstad. In: S.F.H.J.Berkelbach van der Sprenkel (e.a.), Kerke-werk, Nijkerk (z.j), 250-258; ook in: Vijf-en-twintig jaren Duinoordkerk, t.a.p., 70-76.
Hij schreef o.a. in A WCC en werkte mee aan de prekenserie De komst van het Koninkrijk.
Lil.: S.F.H.J. Berkelbach van der Sprenkel, H. W.C. t In: AWCC, 10 jan. 1941. - Dez.. In memoriam H.W.C. In: Vijf-entwintig jaren Duinoordkerk 17 Dec. 1920-17Dec. 1945, 's-Grav. 1945, 27-31. - GW. Oberman, ln memoriam H. W.C. In: Jaarb. Herv. Kerk, XXV (1941), 498-500. - L.D. Terlaak Poot. In memoriam H.W.C. In: OEV, XVI (1941), 75-81. - Bartels. Tien jaren, 21, 31. - K.A. Beversluis, Een halve eeuw strijd en opbouw.
Assen 1953, 150. - A. van der Weel Czn., Haagse hervormde kerken en kapellen, Amst. 1975. 133-137. - C.J. Toebes. Haagse hervormde historiën, Zaltb. 1978, 41. - Noordmans, Ven. werken, VI, 139, 309, 313. - Van Randwijck. Handelen en denken, 736. - P. Staples, The Liturgical Movement in the Netherlands Reformed Church 1911-1955, Leiden-Utr. 1983 (UMO Research Pamphlet, nr. 9), 35-38. - H.D. de Loor, Nieuw Nederland loopt van stapel. De Oxford Groep in Nederland, een sociale beweging van het interbellum. Kampen 1986, reg. in v. - J.M. Jalink, Herinneringen uit de eerste jaren der Duinoordkerk, (z.p. en j.). 17 vlg. - P.J. Grondel, Uit de geschiedenis van de Duinoordkerk, (z.p. en j.), 7 vlg., 10. 12-17, 19 [Bibl.Ned.Herv. Kerk, Utrecht].
J.F.C. d'ACHARD VAN ENSCHUT

Gezin 1

Huwelijkspartner: Johanna Isabelle del Court geb. 18 MRT 1875 overl. 1 Dec 1918
Huwelijk: 18 Sept 1901 Velsen