Alexander Jacobus Kropholler

Geslacht: Man
Vader: Jan Jacobus Kropholler
Moeder: Margaret Bisset
Geboren: 26 Juli 1881 Amsterdam
Overleden: 17 MEI 1973 Wassenaar
Beroep: architect, beeldhouwer, edelsmid, interieurontwerper, siersmid, sieraadontwerper, publicist
Aantekeningen: Alexander Jacobus Kropholler (1881-1973) is een van de merkwaardigste figuren uit de Nederlandse architectuurgeschiedenis. Al heel jong was hij een succesvol architect- het architectenbureau dat hij als 21-jarige autodidact samen net J.F. Staal opzette was onmiddellijk een succes, met als grootste opdrachtgever de levensverzekeringsmaatschappij De Utrecht, voor wie ze een reeks kantoorgebouwen ontwierpen. Na acht jaar beëindigde Kropholler echter de samenwerking, naar aangenomen wordt wegens meningsverschillen in stijlopvatting. Meningsverschillen en conflicten kenmerken Krophollers gehele carrière: werk van collega's werd door hem scherp bekritiseerd, hij trad uit de BNA omdat deze organisatie lippendienst aan het modernisme zou bewijzen en traditionalisten als Kropholler zou negeren. Bij raadhuisprijsvragen in Leiden en Den Haag schaarde Kropholler zich onder de felle criticasters van de jurering, nadat hij niet verder dan de tweede plaats gekomen was.
Kropholler was een buitengewoon eigenzinnig man. Overtuigd van zijn gelijk als hij was, richtte hij zich met zijn opvattingen over architectuur eigenlijk liever tot het publiek dan tot zijn vakgenoten. In een aantal artikelen en boeken beschreef hij de schoonheidsprincipes van `goede architectuur', uitgaande van de toepassing van traditionele vormen en materialen. Hoewel Kropholler nauwelijks scholing had - na een timmermansopleiding was hij bij een aannemer gaan werken -was hij zeer belezen in religie, filosofie en cultuurgeschiedenis. Hij raakte op jonge leeftijd geïmponeerd door Berlage, met name door diens streven naar eerlijkheid in materiaalgebruik. Met dit uitgangspunt keerde Kroproller, die zich op jeugdige leeftijd tot het katholicisme liet bekeren, terug tot de Hollandse architectuur van voor de renaissance. Trapgevels, zadel- en schilddaken zijn belangrijke kenmerken van Krophollers werk. Gevels zijn in baksteen uitgevoerd, met natuursteen op knooppunten in de constructie; in het interieur vindt men muren van schoon metselwerk en gewelfconstructies.
Kropholler bouwde vele kerken, kloosters, gemeentehuizen, enkele kantoorgebouwen en een aantal woonhuizen en woningcomplexen. Met name de grote publieke gehouwen, waarbij ruime budgetten beschikbaar waren, kenmerken zich door rijke decoratieve programma's en een uitbundige detaillering, tot in het fors geproportioneerde hang- en sluitwerk toe. Tot zijn beste werken behoren de kerken en de stedenbouwkundige ensembles, vaak woningcomplexen met een kerk in liet middelpunt, zoals de Linnaeushof In Amsterdam. Hierbij kon hij voor de typologie uit een rijke traditie putten. Deze complexen zijn indrukwekkend door hun constructieve eenvoud en sobere monumentaliteit. Daarnaast moeten ook Krophollers vele meubels worden genoemd, die al door Berlage werden geroemd.
BONAS