Benjamin Blankenstein

Geslacht: Man
Vader: Johannes Blankenstein
Moeder: Sophia Elisabeth Viëtor
Geboren: 20 Feb 1914 Hilversum
Overleden: 24 Feb 1945 Bergen Belsen, Duitsland
Beroep: onderwijzer
Aantekeningen: Blankenstein Benjamin (1914 - 1945 )
Personal Information
Last Name: Blankenstein
First Name: Benjamin
Date of Birth: 20/02/1914
Date of death: 24/02/1945
Rescuer's fate: murdered
Cause of Death: EXHAUSTION
Nationality: THE NETHERLANDS
Gender: Male
Profession: SCHOOL TEACHER
Organization/ Religious order: LO - Landelijke Organisatie
Place during the war: Soestdijk, Utrecht, The Netherlands
Vught, Camp, The Netherlands
Sachsenhausen, Camp, Germany
Bergen Belsen, Camp, Germany
Amsterdam, Noordholland, The Netherlands
Rescue Place: Soestdijk, Utrecht, The Netherlands
Rescue mode: Hiding
File number: File from the Collection of the Righteous Among the Nations Department (M.31.2/10541)
Commemoration
Date of Recognition: 27/03/2005
Righteous Commemorated with Tree/Wall of Honor: Wall of Honor
Ceremony organized by Israeli diplomatic delegation in: The Hague, Netherlands
Rescued Persons
Bernstein, Henry
Bernstein, Rolf
Bernstein, Heumann, Martha
Rescue Story
Blankenstein, Benjamin Blankenstein-van Klingeren, Maria Suzanna Benjamin Blankenstein, b.1914, and his wife, Maria, b.1909, lived in the town of Soestdijk (prov. Utrecht) with their first daughter, who was born in 1940. Two more would follow in 1943 and 1945. Benjamin was a teacher at the local Christian elementary school and Maria was a housewife. In 1943, Benjamin became active in a local resistance cell, that was part of the countrywide Landelijke Organisatie - LO, an organization that assisted those in hiding - Jews, non-Jews who were dodging forced labor in Germany as well as resistance people. In addition, the Blankensteins decided to hide Jews in their own home. When Benjamin Blankenstein heard that the Bernstein family from nearby Soest, was betrayed at an earlier hiding address, he suggested they come and hide in his home. Maria, who had just given birth to their second daughter, agreed. Henry Bernstein, b.1896, his wife Martha (née Heumann) and their son Rolf, b.1929, had fled Germany with the intention of reaching the United States, but with the German invasion in May 1940, they were forced to stay in the Netherlands. The Bernsteins were given a room under the roof of the Blankenstein home. Relations between the two families were excellent, and Benjamin taught Rolf in the evening hours, so that he would not get too much behind in his studies. Since there were many cases of betrayal in the area, the Blankensteins suggested looking for a more secure hiding place for the Bernsteins in the southern province of Limburg. However, before another address was indeed located, the police, acting on a tip, broke into the Blankenstein home on June 5, 1944, at a time when Benjamin was teaching at the school. The police arrested the Bernsteins and plundered the entire house. Maria, who was pregnant with her third child, was left alone with the two little children. The Bernsteins were taken to the Westerbork transit camp, from where they were deported to Theresienstadt on July 31, 1944. Henry and Rolf were subsequently deported to Auschwitz, where they were murdered. About half an hour after the raid on the Blankenstein home, Benjamin was arrested at his school and taken to prison in Amsterdam and then to the Vught (Herzogenbusch) concentration camp in the Netherlands. On September 5, 1944, with the approaching Allied Forces, Blankenstein was moved to the Sachsenhausen concentration camp. Towards the end of the war he was taken to Bergen-Belsen, where he perished on February 24, 1945. Martha Bernstein survived. Upon her return from the camp, ill and all alone, she was again welcomed by Maria Blankenstein. On March 27, 2005, Yad Vashem recognized Benjamin Blankenstein and Maria Suzanna Blankenstein-van Klingeren, as Righteous Among the Nations.
Vandaag een foto van de klas van meester Blankenstein De foto is gemaakt in de oorlogsjaren. Onder de klasgenootjes een joods jongetje Rolf Bernstein. Meester B.Blankenstein had in de oorlog de moed om een joods gezinnetje in huis te nemen om ze een schuilplaats te bieden. Door verraad in het gezin Bernstein opgepakt en ook Blankenstein werd onder de ogen van de leerlingen door de Duitsers gevangen genomen en weggevoerd. Bankenstein keerde na de oorlog evenals veel andere Soesters niet terug.
Maandag 5 juni 1944 , daags voor de geallieerde landing op het strand van Normandie, vallen de Duitsers het huis van meester Blankenstein aan de Lange Bergstraat binnen. Zij plukken het joodse gezin Bernstein van de zolder.Benjamin Blankenstein rekenen zij op school in.Leerling Gerard Nap, elf jaar destijds,weet nog precies wat er gebeurde.”Meester Blankenstein was ons aan het les geven. Plotseling stapte meester van der Flier binnen. Hij fluisterde meester Blankenstein iets in het oor en ging terug naar de gang. De meester keek de klas rond, liep naar zijn hoed en ging ermee voor de klas staan.’Jongens ik weet niet of jullie mij nog terugzien, maar ik moet nu gaan.’ Dat zei hij letterlijk. We wisten niet wat we hoorden.Blankenstein boog voor ons met zijn hoed in zijn hand, zette die op en liep waardig het lokaal uit.We waren verbijsterd. Nooit keerde hij terug, die fantastische meester,die hart voor zijn leerlingen had en nooit iemand voortrok.”
Via kamp Amersfoort, Vught, Sacksenhausen, is hij uiteindelijk op 24 februari 1945 gestorven op 31 jarige leeftijd in concentratiekamp Bergen-Belzen.In een clandestienbriefje dat later uit kamp Vught wordt gesmokkeld, schrijft Blankenstein aan zijn vrouw : ‘Lieve Rie, van school ben ik nog even naar huis geweest, omdat een van de heren zijn tas vergeten had. Toen ik vroeg of ik even afscheid van jou mocht nemen, kreeg ik een onbeschoft nee.’
De vierjarige Fieke Blankenstein ziet dat haar vader wordt afgevoerd. “Ik stond in onze straat en keek naar de vrachtwagen met mijn vader. Hij zwaaide naar mij. Dat is het laatste wat ik van hem zag. Dit vertelde dochter Fieke aan de schrijfster van het boek “Soest onder vuur.”
Blankenstein en zijn joodse onderduikers worden enkele uren in een politiecel in Amersfoort gestopt en om twee uur per trein afgevoerd naar Amsterdam. Tijdens de reis zijn Benjamin Blankenstein en Henri Bernstein aan elkaar geketend. Blankenstein schrijft later aan zijn vrouw:’Maddi Bernstein en haar zoon Rolf liepen achter ons. Eerst naar de Euterpestraat, waar ik aanvankelijk verhoord werd en van de anderen gescheiden, om naar de gevangenis aan de Amstelveenseweg te verhuizen.’Tijdens het verhoor staat Blankenstein plotseling oog in oog met de Soestse die hem verraden heeft. “Thea vertelt dat zij later van haar moeder heeft gehoord, wat deze vrouw ertoe gebracht haar mijn vader te verraden.Zij wist dat vader net als zij onderduikers had. Ze werd opgepakt en vroeg tijdens het verhoor, of ze strafvermindering kon krijgen als ze iemand aangaf.”
Na de oorlog verschenen er overlijdensberichten in de Soester Courant van gevangenen die de oorlog niet hadden overleefd. Hun families kregen een officieel overlijdensbericht veelal door politie of door een pastoor of dominee aangezegd. Op 31 Juli’45 laat de familie Blankenstein weten dat hun man en vader na een gevangenschap van 8 maanden, op 24 februari 1945, in het concentratiekamp Bergen-Belsen, in den ouderdom van 31 jaren is overleden. M.S.Blankenstein-Van Klingeren. En de drie dochter Fieke, Betty en Thea.
De vrouw Maddi Bernstein heeft de kampen overleefd. Zij heeft bij terugkomst na de oorlog omdat er geen plek was, nog een poos bij moeder Blankenstein gewoond. Later is zij ,toen het kon, naar Amerika gegaan. Ze is 94 jaar geworden. De familie in Amerika heeft in 2005 de familie Blankenstein aangemeld bij Yad Vashem. Als de rechtvaardigen onder de volkeren. Dat is goedgekeurd. Normaal vind de uitreiking plaats in de ambasade van Den Haag maar deze maal was de uitreiking gepland in de aula van de Internationale School in Den Haag. Er was voor de leerlingen van de school een toneelstuk geschreven en door hen uitgevoerd naar het voorbeeld van het gezin van meester Blankenstein ,zijn vrouw en de drie dochter,in de oorlogjaren De dialogen waren ook min of meer toegespitst op het hedendaags herdenken van die verschrikkelijke tijd. Voor de leerlingen en hun ouders leerzaam voor de dochters Blankenstein indrukwekkend en ontroerend om een stukje van hun eigen leven en dat van vader en moeder op het toneel uitgebeeld te zien.
Een ander vorm van herdenken is bedacht door de Duitse kunstenaar Gunter Demnig uit Koningwinter. Hij bedacht de gedenktekens Stolpersteinen (lett. Struikelstenen). Gedenktekens op het trottoir voor de huizen van mensen die door de nazi’s vermoord zijn als Joden,Sinti en Roma, verzetstrijders, homoseksuelen, Jehova’s getuigen, gehandicapten, deserteurs, dienstweigeraars,en burgers in dwangarbeid om te herinneren aan hun deportatie. Op de stenen (10x10)zijn, in een messing plaatje, de naam,geboortedatum en overlijdensdatum geschreven. Zij worden door de kunstenaar gemaakt en geplaatst. Sinds het jaar 2000 wordt voor ieder huis zijn gevlucht of weggevoerd doppelsteinen geplaatst. Voor het huis van de familie Bernstein in Hilden in de Mettmannerstr.76 zijn twee stolpersteinen gelegd. Bij de officiele plaatsing waren ook de zusters Blankenstein uitgenodigd en Gerry een neef van Rolf uit Amerika die de oorlogsjaren heeft overleefd. Zij waren gevraagd een toespraakje houden. Ook Thea namens de familie, en op haar verzoek werd de plechtigheid besloten met het zingen van ‘Alle menschen werden brüder.‘
verdwenensoest.nl
Historische Vereniging Soest/Soesterberg

Gezin 1

Huwelijkspartner: Maria Suzanna van Klingeren geb. 19 Juli 1909 overl. 18 Sept 1989
Huwelijk: 24 MEI 1939 Baarn