Franciscus Coenraad Marinus Boenders

Geslacht: Man
Vader: Franciscus Coenraad Marinus Boenders
Moeder: Catharina Thomassen
Geboren: 19 MEI 1887 Middelburg
Overleden: 2 MEI 1955 Budel
Beroep: predikant
Aantekeningen: 1887, von 1911-16 niederlandisch-reformierter Pfarrer, seither Pfarrer der Geisteskrankenkolonie Gheel in Belgien, seit 1922 Rechtsanwalt in Utrecht, Großredner des G. O. der Niederlande seit 1929, Vorsitzender der hollandischen Landesgruppe der Allgemeinen Freimaurerliga und deren Ausschußmitglied, eifrig um die Organisation der Luftons bemuht, deren "Vereenigung van studeerende Kinderen van Vrijmetselaren" er 1928-1930 in ihr Sommerzeltlager begleitete.
===
Geboren op 19 mei 1887 te Middelburg als zoon van boekhandelaar (daarvoor apothekersknecht en colporteur) Franciscus Coenraad Marinus Boenders (Middelburg 6 juni 1831) en Catharina Thomassen (Middelburg 23 augustus 1848), dochter van een wijnkopersknecht. Opmerkelijk is dat zijn vader in de jaren 1853-1855 tegelijkertijd met zijn zus en broer in de gevangenis van Middelburg doorbracht. Franciscus Boendersj studeerde theologie en rechtswetenschappen (gepromoveerd). Hij was van 1911 tot 1916 Nederlands Hervormd dominee en vervolgens dominee in de krankzinnigenkolonie te Gheel (België). Deze kolonie was een uniek experiment in die tijd, waarin verstandelijk gehandicapten werkzaam waren bij de Gheelse bevolking. Er was in de kolonie een grote groep van honderden Nederlanders waarvoor Boenders tot in de jaren vijftig zorg zou dragen. Vanaf 1922 was Boenders werkzaam als advocaat in Utrecht. Hij had zich aangesloten bij De Middaghoogte, een initiatief van dominee A.H. de Hartog (1869–1938), later hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam, die met de vrijdenkersbeweging rondom De Dageraad, een openbare discussie wenste over het bestaan van God en het Christendom. Boenders debatteerde onder anderen met Jan Hoving, voorzitter van De Dageraad. Eind jaren twintig vervulde Boenders belangrijke functies in de Nederlandse vrijmetselarij. In 1929 was hij Groot Redenaar (woordvoerder) van de Orde van Vrijmetselaren onder het Grootoosten der Nederlanden, voorzitter van de Nederlandse sectie van de Universele Vrijmetselaarsliga en tussen 1928 en 1930 begeleidde hij het zomerkamp van de Vereeniging van studeerende Kinderen van Vrijmetselaren. Hij woonde in 1930 in Utrecht en gaf toen lezingen (in Zaltbommel) voor de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen over ‘Geestelijke opvoeding van de jeugd’. Op 6 januari 1935 werd hij dominee te Oss. In de oorlogsjaren verschafte hij een joods echtpaar onderdak. Daardoor werd hij door de Duitsers van 12 augustus 1942 tot 24 juni 1943 vastgezet en opgesloten. Eerst zes weken in de Polizeigefängnis Haaren, daarna in Scheveningen (Oranjehotel). Tijdens zijn gevangenschap trad de Lithse predikant B.M. van Tongerloo op als consulent in Oss. Met kerst 1944 leidde Boenders de dienst in de gemeente Ravenstein. Boenders werd op 25 april 1948 benoemd tot dominee in Oisterwijk, als opvolger van H. Bax. Het werk in de snel groeiende gemeente Oss was hem op zijn zestigste te zwaar geworden. Hij was in 1951 het oudste lid van de Generale Synode van de Nederlands-Hervormde Kerk. Op 26 april 1953 ging hij met emiritaat en werd aangesteld als hulp-prediker in Budel. Boenders werd als dominee te Oisterwijk opgevolgd door Anthonie Horst. Hij overleed op 2 mei 1955 te Budel. Publicaties van Boenders: F.C.M. Boenders, ‘Een bijdrage tot de kerkgeschiedenis van het eiland Tholen in 1926’, Mededelingen van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1926); Vrijmetselarij en Atheïsme (De Middaghoogte, Den Haag 1929); De maçonnieke geestesrichting en die van na den oorlog (Nederlandse Loge Anna Paulowna, Zaandam 1929); De religie in haar begin, beginsel en verdere ontwikkeling (Amsterdam 1929).
advandenoord.nl
===
25. Mr.dr. Franciscus Coenraad Marinus Boenders (geboren 19.5.1887 te Middelburg, zoon van een boekhandelaar Franciscus Coenraad Marinus Boenders en Catharina Thomassen-overleden 2.5.1955 te Budel), studeerde theologie en rechtswetenschappen aan de RU Leiden; kandidaat te Oegstgeest (1911); hervormd predikant te Vierpolders (Brielsch Nieuwland; 23.7.1911-22.2.1914) en te Abbekerk-Lambertschaag (1914-1916); advocaat te Utrecht (1922); hij sloot zich aan bij De Middaghoogte, een initiatief van prof.dr. A.H. de Hartog, die met de aanhangers van De Dageraad een openbare discussie wenste te voeren over het bestaan van God en het Christendom; bevriend met Hermannus van Tongeren, Grootmeester van de Orde der Vrijmetselaren; lid en Groot Redenaar (woordvoerder) van de Orde onder het Grootoosten der Nederlanden (1929); predikant van de krankzinnigenkolonie te Gheel (België; wonende te Oss); hervormd predikant te Oss (6.1.1935), en hervormd predikant te Oisterwijk (25.4.1948-26.5.1953 wegens emeritaat).; daarna hulpprediker te Budel. Gehuwd op 5.1.1911 te Amsterdam met Jannetje Servaas (geboren te Sloten, dochter van Janus Servaas en Trijntje Snijders)
Ds. Boenders zat wegens hulp aan joden (er zat een joods echtpaar bij hem ondergedoken) vanaf 12.8.1942 gevangen in 's Hertogenbosch (Haaren?) en van 21.9.1942 tot 24.6.1943 gevangen in het 'Oranjehotel' te Scheveningen. Tijdens zijn gevangenschap nam ds. Bernardus Matthijs van Tongerloo (1889-1971) van Lith als consulent de zaken in Oss waar. Daarna zette ds. Boenders zich in voor de Hervormde Verzetsgroep 2000 te Amsterdam. Hij regelt als predikant in zijn gemeente te Oss distributiebonnen voor Groep 2000. De bonnen worden opgehaald en per trein naar Amsterdam gebracht, tot dit vanwege de spoorwegstaking niet meer mogelijk is.
Lit.: Paul van Tongeren, Jacoba van Tongeren, 69 en 390; H.C. Touw I, 436 en 581.
DRS. G.C. HOVINGH - OVERZICHT VAN PREDIKANTEN DIE JODEN HIELPEN

Gezin 1

Huwelijkspartner: Jannetje Servaas geb. 24 Feb 1880 overl. 2 Apr 1954
Huwelijk: 5 Jan 1911 Amsterdam