Thorvald Frederik Egidius

Geslacht: Man
Vader: George Frederik Egidius
Moeder: Emma Anna Catharina Jacoba van der Vliet
Geboren: 7 Juni 1885 Amsterdam
Overleden: 14 Feb 1979 Blommenholm, Akershus, Noorwegen
Aantekeningen: Dr. Thorwald Egidius was reserve 1e luitenant der Huzaren, doctor in de chemie, ondervoorzitter van De Nederlandsche Padvinders, trainer bij de eerste Gilwelltraining in Nederland en districtscommissaris van Arnhem.
Hij was de oudste zoon van de viceconsul van Zweden. Ook zijn grootvader en overgrootvader waren Consul (Generaal) van Zweden (en Noorwegen) in Amsterdam. Zijn tante Thora van Loon-Egidius was dame du palais van koningin Wilhelmina.
Van januari 1909 tot augustus 1923 is hij verbonden aan het eerste regiment Huzaren, maar het grootste deel van die tijd is hij met onbepaald verlof. Hij promoveerde in de scheikunde voor mei 1913. In december 1913 werd de N.V. Metaaldraadlampenfabriek „Holland" in Utrecht gesticht met Egidius als adjunct-directeur. Het bedrijf was niet erg succesvol en in 1917 werd gepland het weer op te heffen. Echter het bedrijf ging toch door omdat het tegen het eind van dat jaar door het Ministerie van Oorlog werd gevraagd om een kopie te maken van een radiobuis uit een in Nederland neergestort Duits watervliegtuig. Egidius werd toen waarschijnlijk de directeur. Enige jaren werden die buizen en verbeteringen voor voornamelijk militair gebruik geproduceerd. In 1921 werd hij commissaris van de Koninklijke Nederlandse Wapenfabriek Edouard de Beaumont in Roermond en lid van het Provinciaal Utrechts Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in de sectie van natuur- en geneeskundige wetenschappen. In Januari 1923 werd Egidius commissaris van de metaaldraadlampenfabriek. De bedrijfsleider werd directeur. Op 26 november 1925 trouwde hij met jonkvrouw Emmerentia Haze van Doorninck. Zij krijgen vier dochters. Op 18 juni 1927 vertrok Egidius bij de metaaldraadlampenfabriek.
In 1930 werd hij tot commissaris benoemd van de N.V. Technische Handelsvereniging en tevens tot gedelegeerd commissaris bij de tot het concern behorende Ostara Mosaik & Wandplattenfabriek A.G. in Osterath, Rheinland[13]. In februari 1931 werd de "N.V. Internationale Octrooi en Industrie Mij" gesticht met Egidius in de raad van beheer[14].
In 1933 ging hij failliet. In mei 1934 verhuisde hij naar Noorwegen. In 1935 werd het faillissement weer beëindigd[18]. In de jaren 1936-1938 verschijnen een aantal publicaties van hem in scheikundige vakbladen.
Scouting
Hij was al betrokken bij scouting in 1917[20] en was de hopman van Troep IV in Utrecht. In maart 1920 woerd hij aangesteld als hoofdleider[21] in Utrecht. Hij was de eerste Nederlandse deelnemer aan een Gilwelltraining in Gilwell Park[22]. In 1922 was hij als commissaris buitenland en secretaris-penningmeester een van de vertegenwoordigers van Nederland op de tweede World Scout Conference. Hij leidde samen met Jan Schaap de eerste Gilwelltraining in Nederland in 1923. In 1924 werd hij vicepresident van de "Scouts International Home" Associatie, Kandersteg International Scout Centre[23]. In juli 1926 werd hij geïnstalleerd als districtscommissaris van het district Arnhem[24], nadat hij afscheid had genomen als leider van de afdeling Utrecht[25]. Na de organisatieveranderingen binnen De Nederlandsche Padvinders in 1928 was hij ondervoorzitter[26]. In maart 1930 trad hij af als ondervoorzitter, maar blijft lid van het bestuur en commissaris buitenland[27]. In april 1935 trad hij ook af als bestuurslid[28]. Hij was gast in het Nederlandse contingent op de 2de World Rover Moot in Ingarö, Zweden[29]. In 1948 komt hij naar Ommen voor de opening van het Rambonnethuis en het 25 jarig bestaan van Gilwelltrainingen in Nederland[30].
Hij krijgt op 23 april 1954 de Zilveren Gaai uitgereikt in een besloten bijeenkomst op het Muiderslot, tezamen met Ds. Wouter Kalkman, Arie Oosterlee, Johan Buitendijk, Titus Leeser en Han Rozendaal.
nl.scoutwiki.org

Gezin 1

Huwelijkspartner: Emerentia Haze van Doorninck geb. 8 Juni 1892 overl. 5 MEI 1977
Huwelijk: 26 Dec 1925 Apeldoorn